Bij stalen velgen:
F Haak de houder I aan het buitenste gedeelte.
F Draai de handgreep H vast om de houder vast te
zetten op de stalen velg.
Bij lichtmetalen velgen:
F Plaats de steun J op de houder I.
F Draai de handgreep H vast.
F Draai de drie bevestigingsbouten K van de
houder I op de lichtmetalen velg.
F Monteer het verlengstuk A, de wielsleutel D en
de staaf B op de bevestigingsbout.
F Draai het geheel rechtsom om de kabel volledig
op te rollen en het wiel tegen de bodem van de
auto vast te zetten.
F Controleer of het wiel horizontaal tegen de
bodem van de auto aanligt en of de uitsparing
van het liersysteem zichtbaar is.
F Berg het gereedschap en de wieldop (afhankelijk
van de uitvoering) op.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
identificatiemarkeringen, met name de
bandenspanningssticker.
In geval van pech
Een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas van
polycarbonaat met een speciale vernislaag:
F reinig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen,
F gebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product,
F wanneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen ervan gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers te
voorkomen.
Bij het vervangen van lampen moet het contact
en de verlichting minstens enkele minuten
zijn uitgeschakeld – om brandwonden te
voorkomen!
F Raak de lamp niet met de vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u uitsluitend lampen
van het type anti-ultraviolet (UV) toepast om
beschadiging van de koplamp te voorkomen.
Vervang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties.
8
143