In geval van pech
Wacht na het opnieuw aansluiten van de accu en
het aanzetten van het contact 1 minuut voor u de
auto start, hierdoor kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Raadpleeg, wanneer hierna
toch storingen optreden, het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Het is raadzaam de minpool (-) van de accu los
te koppelen als uw auto langer dan een maand
buiten gebruik is.
De beschrijving van de laadprocedure van de
accu dient slechts ter informatie.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is geweest,
moeten de volgende functies geïnitialiseerd worden:
-
de display-parameters (datum, tijd, taal,
afstands- en temperatuureenheden),
-
radiozenders,
-
centrale vergrendeling.
Raadpleeg, als bepaalde instellingen van de auto
zijn gewist, het CITROËN-netwerk om deze opnieuw
in te stellen.
Als uw auto is uitgerust met een tachograaf of een
alarm, adviseren wij u de minpool van de accu los
te koppelen als u de auto langer dan 5 dagen niet
gebruikt (de accu bevindt zich links onder de vloer in
het interieur).
154
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Start de motor nooit door een acculader aan
te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
hoger.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12 V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide auto's
uit.
Zorg ervoor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(ventilator, aandrijfriemen enz.) bevinden.
Maak de (+) klem niet los bij draaiende motor.
A.
Pluspool van de accu van uw auto
B.
Hulpaccu
C.
Massapunt van uw auto
De pluspool van de accu A is bereikbaar via een
klepje aan de zijde van de zekeringkast.
Gebruik voor het aansluiten uitsluitend de
hierboven aangegeven en afgebeelde punten.
Anders bestaat het risico van kortsluiting!
F Sluit de rode kabel eerst aan op de accupool A
en vervolgens op de (+) pool van de hulpaccu B.
F Sluit de groene of zwarte kabel aan op de (-) pool
van de hulpaccu B.
F Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte
kabel aan op het massapunt C van uw auto.
F Stel de startmotor in werking en laat de motor
draaien.
F Wacht tot de motor stationair draait en neem dan
de kabels los.