Ergonomie en comfort
Spiegels
Buitenspiegels
De buitenspiegels bestaan uit twee gedeelten:
A - Bovenste spiegel
B - Onderste spiegel
Het glas van de buitenspiegels is sferisch om
het gezichtsveld naast de auto te vergroten.
De weergegeven objecten in de spiegels aan
bestuurders- en passagierszijde lijken verder af
dan ze in werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening
worden gehouden om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
De spiegels bevatten bovendien de zijknipperlichten
en, afhankelijk van de uitvoering, de antennes van
de telecommunicatiesystemen van de auto (GPS,
GSM, radio enz.).
42
Elektrisch verstellen
De contactsleutel moet in de stand MAR staan.
F Draai aan de knop om het gedeelte van de
spiegel te selecteren.
Linkerspiegel:
A1 -
Bovenste spiegel
B1 -
Onderste spiegel
Rechterspiegel:
A2 -
Bovenste spiegel
B2 -
Onderste spiegel
F Duw vervolgens de knop in de richting waarin
u de spiegel wilt afstellen.
Elektrisch inklappen
F Druk op deze schakelaar.
Ontdooien van de buitenspiegels
F Druk op de toets van de
achterruitverwarming.
Binnenspiegel
Met de hendel aan de onderzijde kan de spiegel in
2 standen worden gezet.
In de dagstand staat de hendel naar voren.
Trek de hendel naar u toe om de spiegel in de
nachtstand (antiverblinding) te zetten.