VERLICHTING EN SIGNALEN
Waarschuwingssignaal
verlichting brandt nog
In het geval dat de lichten zijn ingescha-
keld na het stilzetten van de motor, klinkt er
een signaal bij het openen van het bestuur-
dersportier om u te waarschuwen dat de
lichten nog branden.
1.78
(4/5)
Functie "uitschakelvertraging"
Met deze functie blijven de dimlichten korte
tijd branden (voor het verlichten van het
openen een hek, enz.).
Bij stilstaande motor en gedoofde lichten,
met de ring 3 in stand 0 of afhankelijk van de
auto, AUTO, trekt u de schakelaar 1 naar u
toe: de dimlichten blijven ongeveer dertig se-
conden branden. Om deze tijd te verlengen,
kunt u de schakelaar tot vier keer naar u toe
trekken (de maximale tijd is twee minuten).
De boodschap "Uitschakelvertraging _ _ _"
met de oplichttijd verschijnt op het instru-
mentenpaneel om deze handeling te beves-
tigen. Daarna kunt u uw auto vergrendelen.
Om de verlichting uit te schakelen voordat
deze automatisch uitschakelt, verdraait u de
ring 3 (de stand is onbelangrijk) en draait u
deze daarna terug in de stand AUTO.