SPIEGELS
A
B
1
3
Buitenspiegels
Verstellen
Selecteer de spiegel met behulp van de
schakelaar 3, en verstel hem daarna met de
knop 1 in de gewenste stand.
Verwarmde buitenspiegels
Het ontdooien gebeurt tegelijk met het ver-
warmen van de achterruit (raadpleeg de pa-
ragrafen "handbediende airconditioning" en
"thermostatische airconditioning" in hoofd-
stuk 3).
Inklapbare buitenspiegels
De spiegels klappen automatisch in bij het
vergrendelen van de auto (schakelaar 2 in
stand D). In dit geval klappen zij uit bij het
weer aanzetten van het contact.
C D
U kunt altijd het inklappen (schakelaar 2 in
stand E) of het uitklappen (schakelaar 2 in
E
stand C) van de spiegel regelen.
De automatische werking is dan uitgescha-
2
keld. Om deze weer in te schakelen, zet u de
schakelaar 2 op D.
De spiegel aan de kant van de
bestuurder kan in twee delen
uitgevoerd zijn. In deel B ziet u
wat u met een normale spiegel
ziet. In deel A heeft u een beter zicht op
de zijkant achter.
Voorwerpen in de spiegel zijn dichter-
bij dan ze lijken.
4
Binnenspiegel
De binnenspiegel is verstelbaar.
Spiegel met knopje 4
Om te voorkomen dat u in het donker ver-
blind wordt door achter u rijdende voertui-
gen, kan het spiegelglas in de nachtstand
gekanteld worden met het knopje 4 achter
de spiegel.
Spiegel zonder knopje 4
De spiegel wordt bij duisternis automatisch
donkerder onder invloed van de verlichting
van achter u rijdende voertuigen.
1.73