LEKKE BAND, RESERVEWIEL
4
3
Reservewiel B
Dit bevindt zich onder de auto. Til in de ba-
gageruimte het kapje 3 op en verwijder de
dop. Gebruik uitsluitend de wielmoersleu-
tel 4 (door het gebruik van ander gereed-
schap kan het mechanisme beschadigd
raken) om de bevestigingskabel uit te rollen
en let er daarbij op dat deze gespannen blijft
terwijl het wiel tot op de grond zakt.
Zet buiten de auto het wiel rechtop, druk op
de grendel 5 en draai deze een kwart slag.
Maak de kabel vrij van de velg zodat deze
vrijkomt.
(2/2)
5
6
Reservewiel B terugplaatsen
Zet het wiel rechtop met het ventiel naar u
toe. Laat de kabel door de velg lopen en zet
grendel 5 weer op zijn plaats. Leg het wiel
op de grond met het ventiel 6 naar beneden.
Schroef in de bagageruimte de bout zo veel
mogelijk vast, zodat bevestigingskabel van
het wiel opgerold wordt en let daarbij op dat
het wiel horizontaal en de kabel gespannen
blijft.
B
5
hoogte van de auto minder. Om be-
schadigingen te voorkomen, moet u
voorzichtig over hoge drempels en
de stoep af rijden Bij tijdelijk gebruik
van dit reservewiel, mag de rijsnel-
heid niet hoger zijn dan de snelheid
die op de sticker op het wiel aange-
geven staat. Vervang zo snel moge-
lijk het reservewiel door een wiel van
dezelfde maat als het originele wiel.
Als de lekke band breder is dan
het reservewiel, en u de lekke
band op de plaats van het re-
servewiel plaatst is de bodem-
5.3