Advertenties
CONTROLESYSTEEM BANDENSPANNING
3
4
Aanduiding
Display 4 en controlelampje 3
instrumentenpaneel informeren u over even-
tuele afwijkingen (lage bandenspanning,
lekke band, systeem defect enz.).
Waarschuwingslampje
zonder het verkeer in gevaar te brengen.
(2/4)
« Bandenspanning aanpassen »
Wiel A verschijnt oranje op display 4 en
geeft in combinatie met controlelampje
op het
een wiel met te weinig spanning aan.
Controleer en corrigeer indien nodig de ban-
denspanning van de vier koude wielen.
Het controlelampje 3
het rijden na enkele minuten.
®
dwingt u, voor uw veiligheid, direct te stoppen
« Lekke band »
Het desbetreffende wiel A verschijnt in het
rood op het display 4 samen met het con-
trolelampje 3
Ze geven aan dat het betreffende wiel lek of
veel te zacht is. Vervang de band of roep de
hulp in van een merkdealer als deze lek is.
Pomp de band op als de bandenspanning
te laag is. Deze boodschap wordt vergezeld
door het lampje
A
« Controleer wielsensoren »
Het betreffende wiel A verschijnt wit op dis-
play 4 in combinatie met een knipperend
waarschuwingslampje 3
©
lampje
als er in minstens een van de gemonteerde
wielen geen drukzender zit (bijvoorbeeld het
reservewiel), of als de drukzender defect is.
Neem in alle overige gevallen contact op
met een merkdealer.
dooft tijdens
Een plots verlies van bandenspanning
(klapband ...) kan mogelijk niet door het
systeem worden opgespoord.
en een geluidssignaal.
®
.
en controle-
. Deze boodschap verschijnt
2.21
Advertenties
Hoofdstukken
