Bediening
7. Zet de verstelhendel Transportbodem in
de schakelstand "1".
De transportbodem beweegt. De laagste
aandrijfsnelheid kan worden ingesteld.
8. Verdraai de draaiknop net zo lang:
tot de transportbodem met de
gewenste minimale aandrijfsnelheid
loopt of
tot de aandrijfsnelheid niet meer
afneemt.
9. Zet de verstelhendel Werkverlichting
(Fig. 37) in de schakelstand "1".
De hoogste aandrijfsnelheid kan worden
ingesteld.
10. Verdraai de draaiknop net zo lang:
tot de transportbodem met de
gewenste maximale aandrijfsnelheid
loopt of
tot de aandrijfsnelheid niet meer
toeneemt.
11. Zet de verstelhendel Transportbodem in
de schakelstand "2".
Er klinkt een korte signaaltoon. Het
controlelampje H1 (Fig. 38) knippert. De
hoogste en laagste aandrijfsnelheid zijn
opgeslagen.
Als er geen signaal klinkt, is het aanpassen
van het instelbereik niet gelukt. Herhaal in
dat geval de stappen.
12. Zet de verstelhendel Bedieningspaneel in
de schakelstand "2".
Het controlelampje H1 gaat uit.
74
1: Transportbodem vooruit
2: Transportbodem stop
Fig. 36
1: Werkverlichting aan
2: Werkverlichting uit
Fig. 37
Fig. 38
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16