Bij automatische lastafhankelijke
remkrachtregelaar (Fig. 57 of Fig. 58):
Druk de knop (3) van het afblaasventiel tot
de aanslag in.
De bedrijfsrem gaat los en de machine kan
worden gerangeerd.
5. Zet de handrem van het rangeervoertuig los
en rangeer de machine.
6. Trek de handrem van het rangeervoertuig
na het rangeren aan.
7. Bij handbediende remkrachtregelaar
(Fig. 56):
Zwenk de hendel (1) aan de
remkrachtregelaar na het rangeren weer
terug in de uitgangspositie.
De voorraaddruk uit de luchtdrukhouder
remt de machine.
Bij automatische lastafhankelijke
remkrachtregelaar (Fig. 57 of Fig. 58):
Druk de knop (3) van het afblaasventiel tot
de aanslag in.
De voorraaddruk uit de luchtdrukhouder
remt de machine.
8. Trek de handrem van de machine aan.
9. Koppel de machine los van het
rangeervoertuig.
6.2
Geschiktheid van de trekker controleren
WAARSCHUWING
Voorwaarden voor de geschiktheid van de trekker zijn in het bijzonder:
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16
Fig. 57
Fig. 58
Gevaren bij oneigenlijk gebruik van de trekker kunnen ontstaan
wanneer door uitvallen van componenten, onvoldoende
stabiliteit en onvoldoende bestuurbaarheid en remvermogen van
de trekker optreden!
Controleer de geschiktheid van uw trekker, voordat u de
machine aan de trekker aanbouwt/aanhangt.
U mag de machine alleen aan geschikte trekkers
aanbouwen/aanhangen.
Voer een remproef uit om te controleren of de trekker de
vereiste remvertraging ook met aangebouwde/aangehangen
machine bereikt.
Machine in bedrijf stellen
121