5.2.2.2
Liftas omlaag
1. Draai het bedieningselement in de positie "Liftas omlaag".
De op de trekker overgedragen kogeldruk wordt verminderd. De stuuras blijft vergrendeld.
5.2.3
Stuuras voor naloop-asbesturing
5.2.3.1
Stuuras blokkeren
WAARSCHUWING
1. Lijn de wielen van de stuuras recht uit door kort recht vooruitrijden van trekker en aangehangen
machine.
2. Zet het desbetreffende bedieningselement in de positie "Stuuras blokkeren".
De stuuras is in de stand "rechtdoor" geblokkeerd.
5.2.3.2
Stuuras deblokkeren
WAARSCHUWING
1. Draai het desbetreffende bedieningselement in de positie "Stuuras deblokkeren".
De stuuras is vrij te bewegen en volgt bij het maken van bochten de stuurstraal van de bocht.
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16
Laat de liftas vóór het laden en vóór rijden met beladen machine
zakken.
Gevaren door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de
machine kunnen voor personen ontstaan, wanneer u de stuuras
niet volgens de voorschriften gebruikt!
Blokkeer de stuuras beslist:
voordat over rijkuilen wordt gereden;
bij rijsnelheden boven 40 km/h;
op niet vlakke rijbaan;
bij rijden dwars ten opzichte van de helling (in contourlijn);
vóór achteruit rijden.
Gevaren door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de
machine kunnen voor personen ontstaan, wanneer u de stuuras
niet volgens de voorschriften gebruikt!
Richt uw manier van rijden zo in, dat u de trekker en machine altijd
veilig onder controle hebt.
Rijd nooit met verhoogde rijsnelheid door krappe bochten.
Bediening
61