Veiligheidsaanwijzingen
3.5.5
Garantie en aansprakelijkheid
In principe gelden onze "Algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden". Deze zijn uiterlijk op het
moment dat het contract werd gesloten aan de exploitant overhandigd.
Rechten op grond van garantie en aansprakelijkheid bij persoonlijk letsel en materiële schade zijn
uitgesloten als deze op een of meer van de volgende oorzaken berusten:
oneigenlijk gebruik van de machine;
ondeskundig monteren, in bedrijf stellen, bedienen en onderhouden van de machine;
gebruiken van de machine met defecte veiligheidsinrichtingen of niet correct aangebrachte of niet
goed werkende veiligheidsinrichtingen of afschermingen.
niet in acht nemen van de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing voor ingebruikname, gebruik en
onderhoud;
eigenmachtige verbouwingen aan de machine;
gebrekkige controle van machineonderdelen die onderhevig zijn aan slijtage;
ondeskundig uitgevoerde reparaties;
catastrofes door inwerking van vreemde voorwerpen en door overmacht.
3.6
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen:
gelden altijd voor de veilige bediening van de machine;
zijn ondergebracht in de volgende subparagrafen.
3.6.1
Algemene aanwijzingen voor veiligheid en ongevallenpreventie
Neem naast de veiligheidsaanwijzingen van dit hoofdstuk ook de algemeen geldende nationale
voorschriften voor veiligheid en ongevallenpreventie in acht!
Neem de op de machine aangebrachte waarschuwingen en instructies in acht. U krijgt daarmee
belangrijke aanwijzingen voor de veilige en storingsvrije bediening van de machine!
Neem naast de fundamentele veiligheidsaanwijzingen van deze paragraaf ook de
veiligheidsaanwijzingen bij handelingen in de andere paragrafen in acht!
Draag bij werkzaamheden aan de machine uw persoonlijke beschermingsmiddelen!
Stuur personen weg uit de buurt van de machine, voordat u de machine verplaatst of in gebruik
neemt! Let vooral op kinderen!
Neem geen personen, dieren of voorwerpen mee op de machine! Het meenemen van personen
en het vervoer van dieren of voorwerpen op de machine zijn verboden!
Richt uw manier van rijden zo in, dat u de trekker met aangebouwde/aangehangen machine altijd
veilig onder controle hebt!
Houd hierbij rekening met uw persoonlijke vaardigheden, de staat van de rijbaan, de
verkeerssituatie, het zicht en de weersomstandigheden, de rijeigenschappen van de trekker en
de invloeden door de aangebouwde/aangehangen machine.
U moet vóór alle ingrepen aan de machine, zoals werkzaamheden voor het instellen of voor het
verhelpen van storingen:
de machine beveiligen tegen wegrollen, wanneer de machine niet aan de trekker is
gehangen;
de motor van de trekker afzetten en trekker en machine beveiligen tegen onbedoeld starten
en wegrollen, wanneer de machine aan de trekker is gehangen;
38
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16