Machine onderhouden en verzorgen
10.11
Reminstallatie en onderstel
10.11.1 Banden controleren
WAARSCHUWING
210
Controleer de bandenspanning minstens om de 14 dagen.
Wanneer de machine langere tijd niet is gebruikt, moet de
bandenspanning worden gecontroleerd voordat u de machine
weer in bedrijf stelt.
Zorg er altijd voor dat de bandenspanning goed is ingesteld op
de belasting en het soort werk dat door de machine in het
algemeen wordt uitgevoerd.
Overbelast de banden nooit.
Controleer of de ventieldop op de ventielen zitten en vast
aangedraaid zijn.
Controleer banden bij voorkeur tijdens het gebruik op "rimpels"
of andere abnormale vervormingen.
Verwijder steentjes, grint, spijkers en andere vreemde deeltjes
die zich in de band hebben vastgezet, omdat deze zich anders
verder in de band naar binnen werken.
Laat diepere sneden liefst onmiddellijk repareren.
Sla "losse" banden op een droge plaats, vrij van olie en andere
chemicaliën op.
Breng banden niet in de buurt van elektromotoren. Het door de
elektromotor gegenereerde ozon droogt het rubber langzaam
uit.
Er kunnen gevaarlijke situaties voor personen ontstaan wanneer
reparatiewerkzaamheden aan banden en wielen niet vakkundig
worden uitgevoerd!
Uitsluitend vaklieden met geschikt montagegereedschap mogen
reparatiewerkzaamheden aan banden en wielen uitvoeren.
Gebruik of repareer nooit beschadigde velgen.
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16