Machine gebruiken
8.3.1
Aanbevelingen voor het in- en uitschakelen van de schraapbodem op de
kopakker
Het op de juiste wijze aanleggen van rijpaden is
een eerste vereiste om langs veldgrenzen en -
randen exact te kunnen werken. Bij gebruik van
de kantstrooi-inrichting wordt het eerste rijpad
(F1) over het algemeen altijd met een halve
rijpadafstand tot de veldrand aangelegd. Zo'n
rijpad wordt op dezelfde manier in de kopakker
aangelegd. Als oriëntatiehulpmiddel zijn nog
eens twee rijpaden (stippellijn) langs de
kopakker zeer nuttig – met volledige afstand van
de werkbreedte.
Bestrooi eerst altijd de oppervlakte van het veld
en ten slotte de oppervlakte van de kopakker.
Omdat de strooischijven het te verspreiden product ook naar achteren uitwerpen, moet u voor de
nauwkeurige verdeling op de kopakker beslist het volgende in acht nemen:
De hydraulische aandrijving voor de transportbodem bij ritten heen (rijpaden F1, F3 enz.) en
terug (rijpaden F2, F4 enz.) met verschillende afstand tot de veldrand in- en uitschakelen.
De hydraulische aandrijving voor de transportbodem bij ritten heen ongeveer bij punt P1
inschakelen wanneer de trekker het derde rijpad langs de kopakker (stippellijn) passeert.
De hydraulische aandrijving voor de transportbodem bij ritten terug ongeveer bij punt P2
uitschakelen, wanneer het strooimechanisme zich ter hoogte van het tweede rijpad langs de
kopakker bevindt.
8.3.2
Aanbevelingen om een gelijkmatige lengteverdeling te bereiken
Voor de optimale lengteverdeling van het te verspreiden product moet u in de lengterichting
overwegend grote lengten bij het aanzetten overlappen met de volgende lading. Bij stalmest neemt de
vereiste overlapping toe met de toenemende strooihoeveelheid. Wanneer u een duidelijke
vermindering van de strooihoeveelheid aan het einde van de lediging waarneemt, moet u de
aandrijfsnelheid van de transportbodem handmatig verhogen en/of de rijsnelheid reduceren. Hierdoor
bereikt u dat de strooihoeveelheid constant blijft.
174
De machine is voorzien van een groothoekaftakas; daarom is het niet
nodig de aftakas bij het keren uit te schakelen. Het is voldoende
wanneer u de hydraulische aandrijving voor de transportbodem
uitschakelt.
Let er bij het keren op dat de wielen van de trekker niet de trekdissel
van de machine raakt.
Fig. 97
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16