Veiligheidsaanwijzingen
304 06 503
Controleer vóór elke inbedrijfstelling of de
strooischijven en strooischoepen vastzitten.
Draai de schroefverbindingen indien nodig vaster
aan.
Het is verboden zich op te houden binnen het
strooibereik van de machine! De
minimumafstand bedraagt 25 m.
304 06 507
Let op de juiste voedingsrichting van de
schraapbodem voordat de stalmeststrooier in
bedrijf wordt gesteld.
De voedingsrichting van de schraapbodem
slechts tijdelijk omkeren.
Liftas niet gebruiken bij rijden op de weg/
Liftas pas bedienen als het voertuig half gelost
is.
365 06 506
Strooiwalsen vrij van bindgaren houden!
37203500
Let op een correcte spanning van de ketting van de
transportbodem.
54
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16