13. Controleer of de gever-cilinders (7, 8) en de
stuurcilinders (5, 6) in gelijke mate zijn
uitgeschoven.
Bij ongelijkmatig uitgeschoven gever- en/of
stuurcilinders moet u de gedwongen
besturing opnieuw uitlijnen. Neem hiervoor
de paragraaf "Gedwongen besturing
uitlijnen", pagina 222 in acht.
14. Monteer de dragerplaat (9) met de gever-
cilinders.
15. Bevestig de bescherming voor de
gedwongen besturing (Fig. 79/6).
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16
Machine onderhouden en verzorgen
225