Machine in bedrijf stellen
Zo voorkomt u onbedoeld naar beneden gaan.
2. Trek de handrem van de trekker aan.
3. Zet de motor van de trekker uit.
4. Trek de contactsleutel uit het contactslot.
5. Stuur derden (kinderen) weg van de trekker.
6. Sluit de cabine van de trekker af.
7. Beveilig de machine tegen wegrollen:
op vlak terrein via de handrem of de wielblokken;
op zeer oneffen terrein of op een helling via de handrem en de wielblokken.
6.1.1.1
Afgekoppelde machine rangeren met een rangeervoertuig
WAARSCHUWING
1. Koppel de machine aan het
rangeervoertuig.
Bij mechanische gedwongen besturing:
Bevestig de stuurstang op de pen aan de
trekdissel om de stuuras in de rechtuitstand
te blokkeren.
2. Trek de handrem van het rangeervoertuig
aan.
3. Haal de handrem van de machine los.
4. Bij handbediende remkrachtregelaar
(Fig. 56):
Zwenk de hendel (1) aan de
remkrachtregelaar in de stand "Loszetten"
(2).
De bedrijfsrem gaat los en de machine kan
worden gerangeerd.
120
Gevaren door beknellen, grijpen en stoten kunnen voor
personen ontstaan wanneer de machine bij
rangeerwerkzaamheden met losgezette bedrijfsrem wegrolt!
Koppel de machine vast aan het rangeervoertuig dat op de rem staat,
voordat u de bedrijfsrem handmatig loszet. Nu moet uitsluitend het
rangeervoertuig de machine remmen.
Fig. 56
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16