10.7.2
Kettingen van de schraapbodem inkorten
WAARSCHUWING
De spanlengte van de kettingspanners is niet
voldoende om de kettingen na te spannen,
wanneer maat X tussen de kettingspanner (1) en
de voorwand (2) kleiner is dan 10 mm.
1. Stel de kettingen van de transportbodem zo
af, dat de kettingsluitingen zich in het
middelste tot achterste gedeelte van de
laadruimte bevinden.
2. Draai de 4 spanschroeven (1) los.
De kettingspanning wordt eraf gehaald en
de ketting hangen door.
3. Klim via de trap in de laadruimte om de
kettingen in te korten.
4. Open en verwijder de kettingsluitingen.
5. Haal bij alle kettingen altijd een even
aantal (2, 4, 6) kettingschakels eruit met
een hoekslijpmachine.
6. Zet de ingekorte kettingen aan elkaar met
nieuwe kettingsluitingen.
7. Span de kettingen.
VS 1205, VS 1605, VS 1805, VS 2005 10.16
Gevaren door weggeslingerde slijpdeeltjes voor de ogen bij
doorslijpen van kettingschakels met een hoekslijpmachine!
Draag een beschermbril, wanneer u de kettingschakels met de
hoekslijpmachine doorslijpt.
U moet de kettingen van de transportbodem gelijkmatig inkorten,
wanneer de spanlengte van de kettingspanners niet meer voldoende
is om de kettingen na te spannen.
Fig. 113
Fig. 114
Machine onderhouden en verzorgen
197