9
|
Elektrische installatie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
106
3 Bevestig de kabels met kabelbinders op de kabelbinderbevestigingen.
In geval van Smart Grid-hoogspanningscontacten
Draden (Smart Grid-pulsmeter): 0,5 mm²
Draden (Smart Grid-hoogspanningscontacten): 1 mm²
[9.8.4]=3 (Voeding met voordeel tarief elektriciteit =
Smart grid)
[9.8.5] Bedrijfsmodus Smart Grid
[9.8.6] Elektrische verwarmingstoestellen toestaan
[9.8.7] Kamerbuffering inschakelen
[9.8.8] Kw-instelling beperken
De bedrading van het Smart Grid in geval van hoogspanningscontacten is als volgt:
X10M
1
A1
A2
N
L
N
L
K1A
2
1
STEP 3
STEP 1 Installatie van de Smart Grid-relaiskit
STEP 2 Laagspanningsaansluitingen
STEP 3 Hoogspanningsaansluitingen
1
Smart Grid-hoogspanningscontact 1
2
Smart Grid-hoogspanningscontact 2
K1A Relais voor Smart Grid-contact 1
K2A Relais voor Smart Grid-contact 2
a, b Spoelzijden van relais
c, d Contactzijden van relais
e Jumper (in de fabriek gemonteerd). Als u ook een veiligheidsthermostaat (Q4L)
aansluit, vervang de jumper dan door de draden van de veiligheidsthermostaat.
S4S Smart Grid-pulsmeter (optioneel)
1 Installeer de onderdelen van de Smart Grid-relaiskit als volgt:
X5M.4
X5M.3
X5M.10
1
X5M.9
X5M.6
2
X5M.5
X5M
3 4 5 6 9 10 1314
X5M
2
3
4
10
9
6
5
A1
A2
K2A
K1A
K2A
a
b
c
d
STEP 1
S4S
S10S
S11S
X5M
14
13
4
3
e
S4S
STEP 2
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06