12
|
Inbedrijfstelling
12 Inbedrijfstelling
In dit hoofdstuk
12.1 Overzicht: Inbedrijfstelling
Uitgebreide handleiding voor de installateur
196
OPMERKING
Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit
hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin
Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit
hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapportering
tijdens de inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
De unit is voorzien van een handmatig ontluchtingsventiel. Zorg dat dit gesloten is.
Open het alleen bij het uitvoeren van een ontluchting.
Als de ter plaatse te voorziene leiding automatische ontluchtingsventielen heeft, zorg
er dan voor dat deze open zijn, ook na de inbedrijfstelling.
INFORMATIE
Beschermende functies - "Installateur ter plaatse"-stand. De software is uitgerust
met beschermende functies, zoals vorstbescherming voor de kamer. De unit voert
deze functies automatisch uit wanneer dat nodig is.
Tijdens installatie- of servicewerkzaamheden is dit gedrag ongewenst. Daarom
kunnen de beschermende functies worden uitgeschakeld:
▪
Bij eerste keer inschakelen: de beschermende functies zijn standaard
uitgeschakeld. Na 12 uur worden ze automatisch ingeschakeld.
▪
Daarna: Een installateur kan de beschermende functies handmatig uitschakelen
door [9.G] in te stellen: Bescherming uitschakelen=Ja. Wanneer hij klaar
is, kan hij de beschermende functies inschakelen door [9.G] in te stellen:
Bescherming uitschakelen=Nee.
12.1
Overzicht: Inbedrijfstelling ..................................................................................................................................................... 196
12.2
12.3
Checklist voor de inbedrijfstelling .......................................................................................................................................... 197
12.4
Checklist tijdens inbedrijfstelling............................................................................................................................................ 198
12.4.1
Minimum debiet..................................................................................................................................................... 198
12.4.2
De ontluchtingsfunctie........................................................................................................................................... 199
12.4.3
De werking testen .................................................................................................................................................. 201
12.4.4
Proefdraaien stelmotor.......................................................................................................................................... 202
12.4.5
Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem in bedrijf te
stellen nadat het werd geïnstalleerd en geconfigureerd.
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 - 2020.06