12.4.3 De werking testen
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Stel in het menu Type = Automatisch.
4 Selecteer Ontluchting starten.
5 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt automatisch
wanneer voltooid.
6 Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Doel
Voer testen uit op de unit en kijk hoe de temperatuur van het
aanvoerwatertemperatuur van de tank evolueren om na te gaan of de unit naar
behoren werkt. Voer hiervoor de volgende testen uit:
▪
Verwarming (indien van toepassing)
▪
Koeling
Om te proefdraaien
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld. Ga naar [C] In
werking en schakel de werking Kamer en Ruimteverwarming/-koeling uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur. Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het proefdraaien start. Het proefdraaien stopt
automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het proefdraaien handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Als de buitentemperatuur buiten het werkgebied is, kan de unit mogelijk NIET
werken of kan deze mogelijk de vereiste capaciteit NIET leveren.
De aanvoerwatertemperatuur opvolgen
Tijdens het proefdraaien kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (stand verwarming/koeling) op te
volgen.
Om de temperatuur te controleren:
1 Ga in het menu naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
12
4
wijzigen" [
111].
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Inbedrijfstelling
|
—
—
—
201