6.4 De energiemeting instellen
6.4.1 Geproduceerde warmte
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06
6
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
|
Instelpunt van de extra gasboiler
Om bevriezing van de waterleidingen te voorkomen, moet de extra gasboiler een
vast instelpunt ≥55°C, of een weersafhankelijk instelpunt ≥T
T
(°C)
min
60
50
40
30
20
10
0
–30
–25
–20
T
Buitentemperatuur
a
T
Minimaal weersafhankelijk instelpunt voor extra gasboiler
min
▪
Via de gebruikersinterface kunt u de volgende energiegegevens aflezen:
-
Geproduceerde warmte
-
Verbruikte energie
▪
U kunt de energiegegevens aflezen:
-
Voor de ruimtekoeling
-
Voor de ruimteverwarming
▪
U kunt de energiegegevens aflezen:
-
Per maand
-
Per jaar
INFORMATIE
De berekende geproduceerde warmte en energieverbruik zijn bij benadering, daar
de nauwkeurigheid niet gegarandeerd kan worden.
INFORMATIE
De sensoren die gebruikt worden om de geproduceerde warmte te berekenen,
worden automatisch geijkt.
INFORMATIE
Indien er geen glycol in het systeem is ([E‑0D]=1]), zal de geproduceerde warmte
NIET worden berekend en zal deze niet op de gebruikersinterface verschijnen.
▪
De geproduceerde warmte wordt intern berekend op basis van:
-
De aanvoerwatertemperatuur en de retourwatertemperatuur
-
Het debiet
▪
Instelling en configuratie: geen bijkomende apparatuur vereist.
–15
–10
–5
0
. hebben.
min
5
T
(°C)
a
Uitgebreide handleiding voor de installateur
45