16
|
Als afval verwijderen
16 Als afval verwijderen
In dit hoofdstuk
16.1 Koelmiddel opvangen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
220
OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en
het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN
conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor
hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf
worden behandeld.
16.1
Koelmiddel opvangen ............................................................................................................................................................. 220
16.1.1
Om de afsluiters te openen ................................................................................................................................... 221
16.1.2
Om de elektronische expansiekleppen handmatig te openen ............................................................................. 221
16.1.3
Opvangstand - In geval van 3N~ modellen (display met 7 segmenten) ............................................................... 222
16.1.4
Opvangstand — In geval van 1N~ modellen (7-ledsdisplay)................................................................................. 225
Wanneer de buitenunit wordt afgevoerd, moet u eerst zijn koelmiddel opvangen.
Om ervoor te zorgen dat er geen koelmiddel in de unit blijft zitten:
▪
Zorg ervoor dat de afsluiters open zijn (a, b).
▪
Zorg dat de elektronische expansiekleppen (Y1E, Y3E) open zijn.
▪
Gebruik alle 3 onderhoudspoorten (a, b, c) om het koelmiddel op te vangen.
Onderdelen
c
Y3E
a
b
Y1E
a Vloeistofafsluiter met servicepoort
b Gasafsluiter met servicepoort
c Onderhoudspoort 5/16" tromp
Y1E Elektronische expansieklep (primair)
Y3E Elektronische expansieklep (injectie)
Om koelmiddel op te vangen wanneer de stroom UIT staat
1 Zorg ervoor dat de afsluiters open zijn.
2 Open de elektronische expansiekleppen handmatig.
3 Opvangen van koelmiddel via de 3 onderhoudspoorten.
Om koelmiddel op te vangen wanneer de stroom AAN staat
1 Controleer of de unit niet aan het werken is.
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06