12
|
Inbedrijfstelling
12.4 Checklist tijdens inbedrijfstelling
12.4.1 Minimum debiet
Uitgebreide handleiding voor de installateur
198
Alleen van toepassing als de externe back-upverwarmingskit is geïnstalleerd:
De stroomonderbreker van de back-upverwarming F1B (in de fabriek gemonteerd in de
back-upverwarmingskit) is INgeschakeld.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen zijn goed en op de juiste manier
geïsoleerd.
Er zijn GEEN waterlekken in de buitenunit.
De afsluiters zijn op de juiste manier gemonteerd en staan volledig open.
Het handmatig ontluchtingsventiel is gesloten.
De drukveiligheidsklep sproeit water als hij geopend wordt. Er moet schoon water eruit
komen.
Het minimum watervolume is gegarandeerd in alle omstandigheden. Zie "Het
watervolume en debiet controleren" in
Het minimumdebiet wordt gegarandeerd in alle omstandigheden. Zie "Het watervolume
en debiet controleren" in
Ontluchten.
Proefdraaien.
Stelmotoren proefdraaien.
Functie dekvloer drogen
De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig).
Doel
Om ervoor te zorgen dat een unit goed werkt, is het belangrijk na te gaan of het
minimumdebiet bereikt wordt. Wijzig zo nodig de instelling van de omloopklep.
Bij...
Koeling
Verwarmen/ontdooien bij
buitentemperatuur boven –5°C
Verwarmen/ontdooien bij
buitentemperatuur onder –5°C
Het minimum debiet controleren
1 Controleer de hydraulische configuratie om te weten welke
ruimteverwarmingslussen gesloten kunnen worden door
mechanische, elektronische of andere kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen worden
gesloten.
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
4
stelmotor" [
202]).
"8.1 De waterleidingen
"8.1 De waterleidingen
voorbereiden" [
Dan bedraagt het vereiste
"Proefdraaien
4
voorbereiden" [
65].
4
65].
minimumdebiet...
20 l/min
22 l/min
—
—
—
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06