11
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
160
OPMERKING
Maximumwaarde [4-02]. Voor modellen zonder geïntegreerde back-upverwarming:
▪
Standaardwaarde [4‑02]=25°C. U kunt deze waarde wijzigen, maar u mag de
maximale waarde NIET overschrijden.
▪
Als de externe back-upverwarmingskit is geïnstalleerd: Maximale waarde
[4‑02]=35°C
▪
Als de externe back-upverwarmingskit NIET is geïnstalleerd: Maximale waarde
[4‑02]=25°C
Uitzondering: als het systeem geconfigureerd is in regeling via een
kamerthermostaat
met
warmteafgevers, dan zal de bedrijfsmodus worden veranderd op basis van de
gemeten binnentemperatuur. Naast de gewenste kamertemperatuur voor
verwarming/koeling stelt de installateur ook een hysteresiswaarde in (bijv. tijdens
verwarming heeft deze waarde betrekking tot de gewenste koeltemperatuur) en
een afwijkingswaarde (bijv. tijdens verwarming heeft deze waarde betrekking tot
de gewenste verwarmingstemperatuur).
Voorbeeld: Een unit wordt als volgt geconfigureerd:
▪
Gewenste kamertemperatuur in verwarmingsstand: 22°C
▪
Gewenste kamertemperatuur in koelstand: 24°C
▪
Hysteresiswaarde: 1°C
▪
Afwijking: 4°C
De omschakeling van verwarming naar koeling zal gebeuren wanneer de
kamertemperatuur boven het maximum komt van de gewenste koeltemperatuur
vermeerderd met de hysteresiswaarde (dus 24+1=25°C) en de gewenste
verwarmingstemperatuur vermeerderd met de afwijkingswaarde (dus 22+4=26°C).
Omgekeerd zal de omschakeling van koeling naar verwarming gebeuren wanneer
de
kamertemperatuur
verwarmingstemperatuur verminderd met de hysteresiswaarde (dus 22–1=21°C)
en de gewenste koeltemperatuur verminderd met de afwijkingswaarde (dus 24–
4=20°C)
Een veiligheidsinterval om niet te regelmatig van verwarming naar koeling, en
omgekeerd, om te schakelen.
#
Code
De omschakelinstellingen met betrekking tot de binnentemperatuur.
Alleen van toepassing als Automatisch werd geselecteerd en het systeem in
regeling via een kamerthermostaat geconfigureerd werd met 1
aanvoerwatertemperatuurzone en snelle warmteafgevers.
N.v.t.
[4-0B]
één
aanvoerwatertemperatuurzone
onder
het
minimum
Hysteresis: Zorgt dat er alleen wanneer nodig
omgeschakeld wordt.
De bedrijfsmodus verandert alleen van
verwarming naar koeling wanneer de
kamertemperatuur hoger wordt dan de gewenste
koeltemperatuur plus de hysteresis.
▪
Bereik: 1°C~10°C
en
valt
van
de
gewenste
Beschrijving
EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06
snelle