EWAA011~016DA + EWYA009~016DA
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
en compacte lucht-water warmtepompen
4P620242-1 – 2020.06
OPMERKING
Als Noodbedrijf op Handmatig ([9.5.1]=0) is ingesteld en het noodbedrijf van de
unit wordt geactiveerd, dan zal de unit gestopt worden en moet hij handmatig
opnieuw worden gestart via de gebruikersinterface. Om de werking handmatig terug
te starten, ga naar het hoofdmenuscherm Storing en bevestig het noodbedrijf
vooraleer te starten.
Zelfs wanneer de gebruiker het noodbedrijf niet bevestigt, blijft Vorstbescherming
kamer ingeschakeld.
Instelpuntbereik
Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling.
Om energie te besparen door te beletten dat de kamer teveel verwarmd of
afgekoeld wordt, kunt u het bereik van de kamertemperatuur beperken tijdens de
verwarming en/of koeling van de kamer.
OPMERKING
Wanneer de bereiken voor de kamertemperaturen aangepast worden, moeten ook
alle gewenste kamertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnen de
grenswaarden blijven.
#
Code
[1.5.1]
[3-07]
[1.5.2]
[3-06]
[1.5.3]
[3-09]
[1.5.4]
[3-08]
Afwijk. kamersensor
Alleen van toepassing in kamerthermostaatregeling.
Om de (externe) kamertemperatuursensor te ijken, stelt u een afwijking in op de
waarde van de kamerthermistor gemeten door de gebruikersinterface voor
menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als kamerthermostaat) of door de externe
kamersensor. De instelling kan worden gebruikt om situaties te compenseren
waarin de gebruikersinterface voor menselijk comfort of de externe kamersensor
niet op de ideale plaats kan worden geplaatst.
Zie
"6.6 Een externe temperatuursensor
#
Code
[1.6]
[2-0A]
[1.7]
[2-09]
Beschrijving
Minimum instelpunt verwarming
Maximum instelpunt verwarming
Minimum instelpunt koeling
Maximum instelpunt koeling
4
opstellen" [
53].
Beschrijving
Afwijk. kamersensor (interface voor
menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat)): afwijking op de werkelijke
kamertemperatuur gemeten door de interface
voor menselijk comfort.
▪
–5°C~5°C, stap 0,5°C
Afwijk. kamersensor (optie externe
kamersensor): enkel van toepassing als de optie
externe kamersensor geïnstalleerd en
geconfigureerd is.
▪
–5°C~5°C, stap 0,5°C
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11
Configuratie
|
141