(regeling actief tot 80 km/h)
Stand
In deze stand wordt bij het wegrijden veel wielslip
toegestaan bij het wiel met de minste grip, zodat de
modder van de band wordt verwijderd en het wiel
vervolgens weer grip krijgt. Tegelijkertijd wordt zo
veel mogelijk koppel naar het wiel met de meeste
grip overgebracht.
Tijdens het optrekken verdeelt het systeem de
wielslip zodanig dat de handelingen van de
bestuurder zo veel mogelijk effect hebben.
(regeling actief tot 50 km/h)
Zand
In deze stand kunnen de twee aangedreven wielen
tegelijkertijd iets spinnen, zodat de auto vooruit kan
rijden en niet vast komt te zitten in het zand.
(regeling actief tot 120 km/h)
Gebruik geen andere standen in zand,
anders bestaat de kans dat de auto vast
komt te zitten.
Inschakelen / uitschakelen
► Druk op de toets DRIVE MODE; de verschillende
standen worden op het instrumentenpaneel
weergegeven.
► Selecteer "Sneeuw", "Stand" of "Zand"
afhankelijk van de context.
De gekozen stand wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel.
► Selecteer de stand "Normaal" of een andere
rijstand om deze uit te schakelen.
Het systeem wordt automatisch gedeactiveerd bij
het afzetten van het contact.
Hill Assist Descent Control
Systeem voor Hill Assist Descent Control voor
middelhoge tot hoge hellingen, op asfalt of andere
wegoppervlakken (zoals grind of modder).
Dit systeem beperkt de kans op wegglijden van de
auto en de kans dat de auto te veel vaart maakt
tijdens het vooruit of achteruit afdalen.
Wanneer de auto van een helling rijdt, ondersteunt
dit systeem de bestuurder, afhankelijk van de
ingeschakelde versnelling, bij het wegrijden en
constant houden van de snelheid door geleidelijk de
remdruk te verminderen.
Het systeem werkt alleen bij hellingen van
meer dan 5%.
Het systeem kan worden gebruikt met de
versnellingsbak in de neutraalstand.
Het is echter raadzaam om een voor de
rijsnelheid geschikte versnelling in te schakelen
om te voorkomen dat de motor afslaat.
Bij een automatische transmissie kan het
systeem worden gebruikt als de stand N, D of R
is geselecteerd.
Als het systeem in werking treedt, wordt het
Active Safety Brake automatisch
uitgeschakeld.
Het systeem is niet langer beschikbaar als
de snelheid van de auto:
– Hoger is dan 70 km/h.
– wordt geregeld door de Adaptieve
snelheidsregelaar, afhankelijk van het type
versnellingsbak / transmissie.
Inschakelen
Het systeem is standaard niet geselecteerd.
De status van de functie wordt niet opgeslagen bij
het afzetten van het contact.
Veiligheid
5
75