Toegang
Afstandsbediening/sleutel
Functies van de
afstandsbediening
De afstandsbediening kan worden gebruikt om de
volgende functies op afstand te regelen (afhankelijk
van de uitvoering):
– Ontgrendelen / vergrendelen / supervergrendelen
van de auto.
– Bedienen van verlichting op afstand.
– Inklappen / uitklappen van de buitenspiegels.
– Inschakelen / uitschakelen van het alarmsysteem.
– Lokaliseren van de auto.
– Sluiten van de ruiten.
– Activeren van de elektrische startonderbreker van
de auto.
De auto kan met behulp van noodprocedures
worden vergrendeld / ontgrendeld, bijvoorbeeld als
de afstandsbediening of de centrale vergrendeling
defect is, of als de accu leeg is. Zie het betreffende
30
hoofdstuk voor meer informatie over de
Noodprocedures.
Geïntegreerde sleutel
Met de sleutel in de afstandsbediening kunt u het
volgende (afhankelijk van de uitvoering):
– Ontgrendelen / vergrendelen / supervergrendelen
van de auto.
– De handmatige kinderbeveiliging inschakelen /
uitschakelen.
– De airbag vóór aan passagierszijde inschakelen /
uitschakelen.
– De portieren met de reservefunctie ontgrendelen
/ vergrendelen.
– Contact inschakelen en de motor starten /
afzetten.
Zonder Sleutelloos instap- en startsysteem
► Druk op de knop om de sleutel uit of in te
klappen.
Met Sleutelloos instap- en startsysteem
► Houd de knop uitgetrokken om de sleutel te
verwijderen of terug te plaatsen.
Wanneer de ingebouwde sleutel is
uitgenomen, dient u deze altijd bij u te
houden om de betreffende noodprocedures uit te
kunnen voeren.
Ontgrendelen van de auto
De selectieve ontgrendeling kan worden
ingesteld in het menu Rijverlichting /
Auto van het touchscreen.
Volledige ontgrendeling
► Als de selectieve ontgrendeling is uitgeschakeld,
druk op de ontgrendeltoets.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier
► Druk op de ontgrendeltoets.
Het bestuurdersportier en de brandstofvulklep
worden ontgrendeld (Benzine of Diesel).
Het bestuurdersportier en het klepje van de
laadaansluiting worden ontgrendeld (Elektrisch).