Ergonomie en comfort
corrigeert het temperatuurverschil automatisch
en zo snel mogelijk.
Luchtrecirculatie in het
interieur
De toevoer van buitenlucht voorkomt dat de voorruit
en zijruiten beslaan.
Wanneer de interieurlucht wordt gerecirculeerd,
wordt het interieur beschermd tegen luchtjes en
vervuilende stoffen van buitenaf en kan de gewenste
binnentemperatuur sneller worden bereikt.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden /
doven van het controlelampje).
De functie wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld.
Maximale stand van de
airconditioning
Deze functie stelt automatisch de temperatuur op
de laagste stand in, stuurt de luchtstroom naar de
middelste ventilatieroosters en zijventilatieroosters,
stelt de luchtopbrengst op maximaal in en schakelt,
indien nodig, de luchtrecirculatie in het interieur in.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden/doven
van het lampje).
52
Als de functie wordt uitgeschakeld, keert het
systeem terug naar de instellingen van vóór de
inschakeling.
Het thermisch-
comfortsysteem
uitschakelen
► Druk op deze knop.
Het controlelampje gaat branden en alle andere
controlelampjes van het systeem gaan uit.
Alle functies van het airconditioningssysteem zijn nu
uitgeschakeld.
De temperatuur wordt niet meer geregeld. Door de
rijwind stroomt er nog wel wat lucht in de auto.
Ontwasemen - ontdooien
voorruit en voorste zijruiten
Automatisch programma Zicht
Selecteer dit programma om de voor- en zijruiten
snel te ontwasemen of te ontdooien.
► Druk op deze toets om de functie in of uit
te schakelen (bevestigd door branden/doven
van het lampje).
Het programma regelt automatisch de
airconditioning (afhankelijk van de uitvoering), de
luchtopbrengst en de luchttoevoer, en zorgt voor een
optimale verdeling van de lucht naar de voorruit en
zijruiten.
U kunt de luchtopbrengst handmatig aanpassen
zonder het automatische programma Zicht uit te
schakelen.
Bij auto's met een Stop & Start-systeem is
de STOP-stand niet beschikbaar zolang de
ontwaseming in werking is.
Onder winterse omstandigheden moet u
sneeuw of ijs van de voorruit rond de
camera verwijderen voordat u wegrijdt.
Anders kan apparatuur die de camera gebruikt
mogelijk niet goed werken.
Voorruitverwarming
Bij koud weer verwarmt dit systeem de onderzijde
van de voorruit en het gedeelte langs de voorruitstijl
links.
Zonder dat u daarvoor de instellingen van de
airconditioning hoeft te wijzigen, zorgt deze functie
ervoor dat de ruitenwisserbladen sneller loskomen