► Of door zachtjes op de portiergreep van het
bestuurdersportier of de knop van de achterklep te
drukken.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
ontgrendeling en de uitschakeling van het alarm
bevestigd door het knipperen van de parkeerlichten
en/of de dagrijverlichting.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt.
Als de elektronische sleutel langer dan 15
minuten in de buurt van de auto blijft (zone
A of B) zonder dat er iets wordt gedaan, dan
worden de automatische functies uitgeschakeld.
Gebruik de afstandsbediening of druk op een van
de portierhandgrepen om de auto te
ontgrendelen of te vergrendelen.
Als het niet lukt om de auto te vergrendelen of
ontgrendelen met de portierhandgrepen, houd de
elektronische sleutel dan dichterbij en herhaal de
handeling.
Selectieve ontgrendeling
Bestuurdersportier
Het werkt:
► Automatisch, wanneer de bestuurder het
bestuurdersportier nadert en de automatische
functies zijn geactiveerd.
► Of door zachtjes op de portiergreep van het
bestuurdersportier te drukken.
Het bestuurdersportier en de brandstofvulklep
worden ontgrendeld (Benzine of Diesel).
Het bestuurdersportier en het klepje van de
laadaansluiting worden ontgrendeld (Elektrisch).
► In de auto kunt u alle portieren en de achterklep
ontgrendelen met de toets van de centrale
vergrendeling of door een van de portieren te
openen.
Selectieve ontgrendeling van de
achterklep
De achterklep wordt automatisch ontgrendeld als u
de achterkant van de auto nadert.
► Druk op de schakelaar van de achterklep om
deze te openen.
De portieren blijven vergrendeld.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
Met de portieren en de achterklep gesloten wordt de
auto vergrendeld:
► Automatisch, als de bestuurder zone A verlaat en
de automatische functies zijn geactiveerd.
► Of door zachtjes op de portiergreep van het
bestuurdersportier te drukken.
De vergrendeling wordt bevestigd door het branden
van de richtingaanwijzers en door een dubbel
geluidssignaal als de auto wordt vergrendeld
wanneer de bestuurder van de auto vandaan loopt.
Het alarm wordt niet geactiveerd wanneer
de auto automatisch op afstand wordt
vergrendeld (de richtingaanwijzers gaan niet
branden).
De auto kan niet worden vergrendeld als de
elektronische sleutel in de auto is achtergebleven.
Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet wanneer
u in de buurt bent.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnenportiergrepen niet. Ook
wordt de toets van de centrale vergrendeling in
de auto uitgeschakeld.
De claxon blijft werken.
Schakel nooit de supervergrendeling in als er
zich iemand in de auto bevindt.
► Druk zachtjes op de portiergreep van het
bestuurdersportier om de auto te vergrendelen.
► Druk er binnen 3 seconden nog een keer op om
de supervergrendeling van de auto in te schakelen
Toegang
2
33