Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Dodehoekbewaking - PEUGEOT 2008 Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor 2008:
Inhoudsopgave

Advertenties

Rijden
Werkingslimieten
Het systeem gaat in de volgende gevallen
automatisch over in de wachtstand:
– ESP uitgeschakeld of bezig met een ingreep.
– De snelheid is lager dan 70 km/h of hoger dan
180 km/h.
– Aansluiten stekker op een aanhanger.
– Detectie van het gebruik van een noodreservewiel
(dit wordt niet onmiddellijk gedetecteerd, daarom
is het raadzaam de functie in dat geval uit te
schakelen).
– Detectie van sportief rijgedrag, intrappen van het
rempedaal of gaspedaal.
– Rijden over rijstrookmarkering.
– Inschakelen van de richtingaanwijzers.
– In een bocht wordt de binnenste
rijstrookmarkering overschreden.
– Bij het rijden in een scherpe bocht.
– Wanneer de bestuurder niet reageert op een
correctie.
Het systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk minder goed of helemaal niet:
– Onvoldoende contrast tussen het wegdek en
de wegrand (bijvoorbeeld schaduw).
– Versleten, bedekte (bijvoorbeeld door sneeuw
of modder) of meerdere (bijvoorbeeld bij
wegwerkzaamheden) rijbaanmarkeringen.
– Te weinig afstand tot de voorligger (waardoor
de rijstrookmarkeringen mogelijk niet worden
gedetecteerd).
– Smalle, bochtige wegen.
134
Kans op ongewenst activeren
Het systeem moet in de volgende gevallen worden
uitgeschakeld:
– Wanneer een wiel wordt vervangen, of wanneer
er werkzaamheden in de buurt van een wiel worden
uitgevoerd.
– Wanneer de auto wordt gebruikt om
een aanhanger te trekken, of wanneer een
fietsendrager op een trekhaak is gemonteerd,
vooral wanneer de aanhanger niet is aangesloten
op de trekhaakaansluiting of de trekhaak niet is
goedgekeurd.
– Wanneer de weg in slechte staat of erg oneffen is,
of wanneer er weinig grip is (risico op aquaplaning,
sneeuw, gladheid).
– Bij slechte weersomstandigheden.
– Bij rijden op een circuit.
– Op een testbank.
Uitschakelen / inschakelen
► Met deze toets kunt u het systeem op elk
moment uit- of inschakelen.
Het controlelampje brandt als de functie is
ingeschakeld.
De status van het systeem wordt opgeslagen bij het
afzetten van het contact.
Storing
Bij een storing gaan deze
waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel branden, in combinatie met een
melding en een geluidssignaal.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.

Dodehoekbewaking

Raadpleeg voor meer informatie de
algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Afhankelijk van het land van verkoop
betekent de aanwezigheid van het
symbool Dodehoekbewaking in de spiegel niet
altijd dat deze functie in de auto aanwezig is.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

208

Inhoudsopgave