Rijden
– Wanneer stilstaande objecten (zoals geparkeerde
auto's, vangrails, lantaarnpalen) aanwezig zijn.
– Bij tegemoetkomende voertuigen.
– Op kronkelige wegen of bij scherpe bochten.
– Bij het inhalen of ingehaald worden door een
erg lang voertuig (zoals een vrachtwagen, bus)
dat wordt gedetecteerd in een dode hoek aan de
achterzijde en dat tegelijkertijd aanwezig is in het
gezichtsveld van de bestuurder.
– Bij een snelle inhaalmanoeuvre.
– Bij erg druk verkeer: de voertuigen die voor en
achter worden gedetecteerd, worden aangezien
voor een vrachtwagen of een stilstaand object.
– Wanneer de functie Park Assist wordt
ingeschakeld.
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel branden en wordt
er een melding weergegeven.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Onder bepaalde weersomstandigheden
(zoals bij regen of hagel) werkt het systeem
mogelijk tijdelijk niet goed.
Vooral het rijden op een nat wegdek of het
van een droog wegdek op een nat wegdek
terechtkomen kan tot een vals alarm leiden (zo
kan een wolk waterdruppels in de dode hoek
worden aangezien voor een voertuig).
136
Let er bij slecht weer en in de winter altijd op
dat de sensoren niet met modder, sneeuw of ijs
bedekt zijn.
Plak geen stickers of andere voorwerpen op
het gedeelte van de buitenspiegels waar het
waarschuwingsgebied zich bevindt of op de
detectiezones op de voor- en achterbumper,
omdat de dodehoekbewaking dan mogelijk niet
goed werkt.
Active Safety Brake met
Waarschuwing bij kans op
aanrijding en Intelligente
noodremassistentie
Raadpleeg voor meer informatie de
algemene adviezen over het gebruik van
de rij- en parkeerhulpsystemen.
Dit systeem:
– Waarschuwt de bestuurder wanneer er een risico
bestaat op een aanrijding met de voorligger, een
voetganger of een fietser.
– Vermindert de snelheid van de auto om een
aanrijding te voorkomen of de ernst van de
aanrijding te beperken.
Bij een snelheid lager dan 30 km/h kan het
automatische noodremsysteem de auto tot
volledige stilstand vertragen.
Anders (bij uitvoeringen met alleen een camera)
kan de snelheid worden verlaagd tot maximaal
25 km/h.
Bij uitvoeringen met camera en radar kan
de snelheidsverlaging wordt uitgebreid naar
50 km/h, als beide sensoren de dreiging kunnen
waarnemen.
Het systeem houdt tevens rekening met
motorfietsen.
Het kan ook bij dieren reageren. Dieren (vooral
dieren kleiner dan 0,5 m) en voorwerpen op de
weg worden niet altijd gedetecteerd.
Dit systeem heeft drie functies:
– Waarschuwing bij kans op aanrijding.
– Intelligente noodremassistentie (iEBA).
– Active Safety Brake (automatisch
noodremsysteem).