Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aanhangerstabiliteitscontrole (Tsa); Bedieningsstanden - PEUGEOT 2008 Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor 2008:
Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheid
goed blijven werken. Alle vier de wielen
moeten worden voorzien van banden die zijn
goedgekeurd voor uw auto.
Alle bandenspecificaties staan op de banden- /
laksticker vermeld. Zie het betreffende hoofdstuk
voor meer informatie over de identificatie.
Aanhangerstabiliteitscontrole
(TSA)
Bij het trekken van een aanhanger vermindert dit
systeem de kans op slingeren van de auto en de
aanhanger.
Werking
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld als het
contact wordt aangezet.
Het elektronische stabiliteitssysteem (ESC) moet
storingsvrij zijn.
De rijsnelheid moet tussen 60 en 160 km/h liggen.
Als het systeem detecteert dat de aanhanger
slingert, worden de remmen ingeschakeld
om de aanhanger te stabiliseren en wordt indien
nodig het motorvermogen verlaagd om de snelheid
van de auto te verlagen (dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel gaat knipperen en de
remlichten gaan branden).
Zie voor meer informatie over gewichten en
aanhangergewichten het deel Technische
gegevens en aanhangergewichten of het
kentekenbewijs van uw auto.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer informatie
over veilig rijden met een trekhaak.
74
Storing
Bij een storing gaat dit waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel branden, in
combinatie met een melding en een geluidssignaal.
Verlaag de snelheid en rijd voorzichtig wanneer u
verder wilt rijden met de aanhanger.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.
Het stabiliteitscontrolesysteem voor de
aanhanger biedt extra veiligheid onder
normale rijomstandigheden, wanneer de
aanbevelingen voor gebruik van aanhangers en
de geldende wetgeving in uw land in acht worden
genomen. Dit moet de bestuurder niet
aanmoedigen om extra risico's te nemen, zoals
op een onjuiste manier een aanhanger gebruiken
(bijvoorbeeld met te veel belasting, een te hoge
kogeldruk, versleten banden, banden met een
lage bandenspanning of een defect remsysteem)
of te snel rijden.
In bepaalde gevallen neemt het systeem niet
waar dat de aanhanger gaat slingeren, vooral
met een lichte aanhanger.
Wanneer u op een glad of slecht wegdek
rijdt, kan het systeem niet voorkomen dat de
aanhanger slingert.
Advanced Grip Control
Deze specifieke en gepatenteerde antispinregeling
verbetert de grip op ondergronden met sneeuw,
modder en zand.
Voor optimale grip bij sneeuw raden wij aan
om de auto van winterbanden te voorzien.
Neem voor een optimale werking van het
systeem contact op met een PEUGEOT-dealer
voor het kiezen van de beste banden.
Voorschriften
Uw auto is hoofdzakelijk ontworpen voor
gebruik op verharde wegen, maar u kunt er ook
mee uit de voeten op minder goed begaanbare
wegen.
Uw auto is echter geen terreinauto en is niet
ontworpen voor gebruik onder de volgende
omstandigheden:
– Rijden op terrein waarbij de onderzijde van
de auto beschadigd kan raken of elementen
los kunnen raken (zoals een brandstofleiding of
brandstofkoeler) door obstakels of stenen.
– Rijden op terrein met steile hellingen en weinig
grip.
– Rijden door water.

Bedieningsstanden

Sneeuw
Deze stand past continu het spinnen van de
wielen aan voor maximale tractie op basis van de
sneeuwcondities (veel wielspin bij dikke sneeuw,
heel weinig op ijs). Het spinnen van de wielen
wordt ook aangepast aan de omstandigheden bij
heuvelop rijden door het accelereren van de auto te
optimaliseren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

208

Inhoudsopgave