Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitschakelen - PEUGEOT 2008 Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor 2008:
Inhoudsopgave

Advertenties

Rijden
Informatie op het
instrumentenpaneel
6. Indicatie van snelheidsbegrenzer ingeschakeld /
onderbroken
7. Indicatie voor snelheidsbegrenzer geselecteerd
8. Ingestelde snelheid
9. Snelheid voorgesteld door de functie
Verkeersbordherkenning (afhankelijk van de
uitvoering)
Inschakelen / onderbreken
► Draai rolwiel 1 in de stand "LIMIT": de
snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar nog niet
ingeschakeld (pauze).
► Als de ingestelde snelheidslimiet (de recentste in
het systeem opgeslagen snelheid) geschikt is, druk
dan op toets 4-II om de snelheidsbegrenzer in te
schakelen.
► Druk nogmaals op 4-II om de werking van de
functie tijdelijk te onderbreken (pauze).
120
Als de ingestelde snelheid langere tijd lager
dan de rijsnelheid blijft, klinkt er een
waarschuwingssignaal.
Instellen van de
snelheidslimiet
Er kan een snelheid worden ingesteld zonder de
snelheidsbegrenzer in te schakelen.
Als u de snelheidslimiet wilt aanpassen uitgaande
van de huidige snelheid van de auto:
► Voor stappen van +/- 1 km/h drukt u kort
herhaaldelijk op 2-SET- of 3-SET+.
► Voor stappen van +/- 5 km/h houdt u 2-SET- of
3-SET+ ingedrukt.
U kunt de ingestelde snelheidslimiet aanpassen aan
de snelheid die wordt voorgesteld door de functie
Verkeersbordherkenning op het instrumentenpaneel:
► Druk een keer op 5-MEM; er wordt een melding
weergegeven die het verzoek tot opslaan bevestigt.
► Druk opnieuw op 5-MEM om de voorgestelde
snelheid op te slaan.
De nieuw ingestelde waarde voor de snelheid wordt
op het instrumentenpaneel weergegeven.
Tijdelijk overschrijden van de
ingestelde snelheid
► Druk het gaspedaal volledig in.
De snelheidsbegrenzer wordt tijdelijk uitgeschakeld
en de weergegeven ingestelde snelheid knippert.
► Laat het gaspedaal los om weer terug te keren
naar een snelheid lager dan de ingestelde snelheid.
Wanneer de snelheid niet door handelingen van de
bestuurder wordt overschreden (zoals bij rijden op
een steile helling), klinkt direct een geluidssignaal.
Bij een steile afdaling of bij het krachtig
indrukken van het gaspedaal kan de
snelheidsbegrenzer niet voorkomen dat de
ingestelde snelheid wordt overschreden.
Gebruik indien nodig de remmen om de
rijsnelheid van de auto te verlagen.
Wanneer de rijsnelheid van de auto is gedaald tot
de ingestelde snelheid, werkt de snelheidsbegrenzer
weer; de ingestelde snelheid wordt dan weer zonder
te knipperen weergegeven.

Uitschakelen

► Draai de knop 1 in de stand "OFF": de informatie
over de snelheidsbegrenzer wordt niet meer
weergegeven.
Storing
Bij een storing worden streepjes knipperend en
vervolgens permanent weergegeven in plaats van
de ingestelde snelheid.
Laat het systeem door een PEUGEOT-dealer of
door een gekwalificeerde werkplaats controleren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

208

Inhoudsopgave