Daarnaast kunt u uw apparaat ook ononderbroken laten draaien op de door u vooraf bepaalde instellingen. Schakel
hiervoor continu bedrijf in.
1. Wanneer u uw apparaat in continu bedrijf wilt gebruiken, drukt u op
helemaal naar rechts, totdat de volgende melding verschijnt: Continubedrijf
Kerntemperatuur
Met deze bereidingsparameter stelt u in hoe hoog de kerntemperatuur van de te bereiden etenswaren moet zijn.
Wanneer u de kerntemperatuur hebt ingesteld, is de bereidingsparameter Bereidingstijd voor u niet beschikbaar.
6.1.2
Extra functies
Delta-T-bereiding
Houd er rekening mee dat bij Delta-T-bereiding met een bereidingstijd de kernthermometer eveneens in het
product moet worden geplaatst.
Met deze extra functie worden etenswaren met een constant verschil tussen de temperatuur van de ovenruimte en
de kerntemperatuur toebereid. Door de langzame toename van de temperatuur van de ovenruimte met een
constant verschil met de kerntemperatuur wordt het gerecht langzaam en bijzonder mild bereid. Verliezen bij het
garen worden daardoor geminimaliseerd. U kunt een verschil kiezen tussen 20 °C en 60 °C. Hoe geringer het
verschil is tussen de temperatuur van de ovenruimte en de kerntemperatuur, des te behoedzamer en milder wordt
het gerecht bereid. Hoe hoger het verschil is tussen de temperatuur van de ovenruimte en de kerntemperatuur,
des te sneller wordt het gerecht bereid.
Er kan een doeltemperatuur of een gewenste bereidingstijd worden ingesteld. Wanneer een gewenste
kerntemperatuur voor het product wordt ingesteld, wordt de temperatuur van de ovenruimte automatisch via het
verschil van de ingestelde Delta-temperatuur tot de ingestelde kerntemperatuur geregeld. Wanneer een
bereidingstijd voor het product wordt ingesteld, wordt de temperatuur van de ovenruimte automatisch via het
verschil van de ingestelde Delta-temperatuur tot het verstrijken van de ingestelde bereidingstijd geregeld.
Klimaat regelen
Met deze functie wordt de temperatuur van de ovenruimte aangepast aan de richtwaarde van een
bereidingsproces. Wanneer u van een bereidingsproces waarmee u bijv. een gerecht grilt wilt overstappen naar
bakken, wordt de ovenruimte afgekoeld. Als u echter omgekeerd van bakken overstapt naar grillen, wordt de
ovenruimte opgewarmd.
Luchtsnelheid
Met deze extra functie stelt u de snelheid van de ventilator in. Hoe hoger het gekozen niveau is, des te sneller is de
luchtcirculatie. Kies bij kleine, gevoelig reagerende etenswaren een laag niveau.
Bevochtigen
Met deze extra functie wordt tijdens de bereiding met een stoomstoot water over het verwarmingselement
gesproeid. Het oppervlak van de te bereiden etenswaren wordt vochtig gemaakt, de stoom condenseert en u
krijgt een krokante korst met een perfecte verdeling binnen de hele oven. De temperatuur van de ovenruimte
moet tussen 30-260 °C liggen.
1. Houd de toets ingedrukt:
>>
Zolang u de toets ingedrukt houdt, wordt er met een stoomstoot water op het ventilatiewiel gesproeid.
Cool-Down-functie
Wanneer u gerechten op een hoge temperatuur hebt toebereid en vervolgens een lagere temperatuur nodig is,
kunt u de ovenruimte afkoelen met behulp van de functie Cool-Down.
a
De luchtgeleidingsplaat is correct vergrendeld.
1. Druk de toets in.
>
Kies de temperatuur waarnaar de ovenruimte moet worden afgekoeld.
Originele handleiding
AANWIJZING
6 | Handmatige bereiding
of schuift u de regelaar Bereidingstijd
45 / 120