Kernthermometer
Met deze parameter stelt u in of een gerecht met of zonder hulp van de kernthermometer moet worden toebereid.
Daarna kunt u de gewenste kerntemperatuur van de te bereiden etenswaren instellen. Bij productformaten met
een dikte van meer dan 20 mm wordt aanbevolen de kernthermometer te gebruiken.
Kerntemperatuur
Met deze bereidingsparameter stelt u in hoe hoog de kerntemperatuur of de gaarheid van de te bereiden
etenswaren moet zijn.
Neem bij het instellen van de kerntemperatuur de geldende hygiënevoorschriften in acht voor het betreffende
levensmiddel in uw land.
Mate van gaarheid
Met deze bereidingsparameter stelt u in hoe gaar de te bereiden etenswaren moeten zijn. Aan elke mate van
gaarheid is een kerntemperatuur toegewezen die u kunt aanpassen aan uw wensen. Wanneer u kiest voor
bereiding bij lage temperatuur ligt de kerntemperatuur max. 10 °C lager, in combinatie met een houdtijd, dan bij
andere bereidingsprocessen. Bij de bereiding van gevogelte stelt u altijd een hygiënisch onberispelijke
kerntemperatuur van minstens 72 °C in. Neem de HACCP-voorschriften van uw land in acht.
Delta-T-bereiding
Met deze bereidingsparameter worden etenswaren met een constant verschil tussen de temperatuur van de
ovenruimte en de kerntemperatuur toebereid. Door de langzame toename van de temperatuur van de ovenruimte
met een constant verschil met de kerntemperatuur wordt het gerecht langzaam en bijzonder mild toebereid.
Verliezen bij het garen worden geminimaliseerd. U kunt een verschil instellen tussen 10 °C en 60 °C. Daarna moet
u de gewenste kerntemperatuur instellen.
Hoe geringer het verschil is tussen de temperatuur van de ovenruimte en de kerntemperatuur, des te langzamer en
milder wordt het gerecht toebereid. Hoe hoger het verschil is tussen de temperatuur van de ovenruimte en de
kerntemperatuur, des te sneller wordt het gerecht toebereid.
Kooksnelheid
Met deze bereidingsparameter stelt u de temperatuur in de ovenruimte in. Wanneer u efficiënt selecteert, worden
de te bereiden etenswaren bij efficiënte temperaturen gedurende een langere tijd bereid. Wanneer u normaal
selecteert, worden de te bereiden etenswaren bij hogere temperaturen in kortere tijd bereid. AANWIJZING! Het
bereidingsproces kan worden versneld bij een overstap van efficiënt naar normaal.
5.4.2
Extra functies
Vochtigheidsgraad ovenruimte
Met deze extra functie stelt u de vochtigheidsgraad in de ovenruimte in. U kunt beschikken over 2 niveaus. Hoe
hoger het gekozen niveau is, des te meer vocht bevindt zich in de ovenruimte en de mate van vochtigheid is
gedurende het gehele bereidingsproces hoger.
Wanneer u etenswaren wilt bereiden die geen extra vocht nodig hebben, drukt u op de toets:
geen extra vocht in de ovenruimte gevoerd.
Rijzen
Met deze extra functie kunt u gerechten in de ovenruimte op optimale temperatuur toebereiden. U kunt
beschikken over 5 niveaus. Hoe hoger het gekozen niveau is, des te langer wordt het gerecht in de ovenruimte
toebereidt. Wanneer u gerechten wilt bereiden zonder bereidingsfase, dan drukt u op de toets:
Bevochtigen
Met deze extra functie wordt tijdens de bereiding met een stoomstoot water over het verwarmingselement
gesproeid. Het oppervlak van de te bereiden etenswaren wordt vochtig gemaakt, de stoom condenseert en u
krijgt een krokante korst met een perfecte verdeling binnen de hele oven. De temperatuur van de ovenruimte
moet tussen 30-260 °C liggen.
1. Houd de toets ingedrukt:
>>
Zolang u de toets ingedrukt houdt, wordt er met een stoomstoot water op het ventilatiewiel gesproeid.
Originele handleiding
5 | Intelligente toebereiding – iCookingSuite
Er wordt dan
39 / 120