RECHTSTREEKS INVOEREN VAN NUMMERS VIA HET
TOETSENPANEEL
1
U kunt de cijfertoetsen op de MC-53DM microfoon gebruiken voor
2
het rechtstreeks invoeren van de afstemfrequentie, het
3
geheugenkanaalnummer of de toonfrequentie. U dient wel eerst
de "Enter" intoetsfunctie aan een van de programmeerbare
4
functietoetsen toe te wijzen {blz. 72}.
5
INTOETSEN VAN EEN AFSTEMFREQUENTIE
■
6
1 Kies de gewenste band.
2 Druk op [VFO] om de VFO functie in te schakelen.
7
3 Druk op de microfoontoets waaraan de intoetsfunctie is
8
toegewezen.
•
Het display verandert. U kunt op dit display rechtstreeks
9
frequenties invoeren.
10
11
12
13
14
4 Voer de gewenste frequentie in met de cijfertoetsen van
de microfoon.
15
•
Voer de cijfers van de frequentie in van hoog naar laag
(links naar rechts).
16
•
Als de geldende frequentiestap 5 kHz, 10 kHz, 15 kHz,
17
20 kHz, 25 kHz, of 50 kHz bedraagt, dient u de waarde
van de frequentie tot en met de 1 kHz eenheden in te
18
voeren. Voer hierbij voor de 1 kHz eenheden de 0 of de 5
in.
19
•
Bij modellen waar het ontvangstbereik meer bedraagt
dan 10 MHz, zult u als eerste cijfer de 10 MHz tientallen
20
moeten invoeren. Bij de andere modellen begint u met
het cijfer voor de 1 MHz eenheden.
21
N-74
Opmerkingen:
Als u op een andere toets dan
◆
langer dan 10 seconden geen toets indrukt, komt de
rechtstreekse invoerfunctie te vervallen en wordt de VFO
frequentiekeuze hersteld.
Als u tijdens het invoeren van de frequentie op de
◆
van de microfoon drukt, gelden de nieuw ingevoerde cijfers, maar
voor de nog niet gekozen cijfers zullen de eerdere gegevens
ongewijzigd blijven.
Met uitzondering van de 1 kHz eenheden zal bij invoeren van
◆
een cijfer dat buiten het afstembereik valt, in plaats daarvan het
dichtstbijzijnde cijfer binnen het afstembereik worden
aangegeven. Voor de 1 kHz eenheden zal bij indrukken van toets
worden ingesteld op "0" en bij indrukken van toets
[0] ~ [4]
[5] ~ [9]
wordt er ingesteld op "5".
Als de geldende frequentiestap 6,25 kHz, 12,5 kHz, of 25 kHz
◆
bedraagt, kunt u volstaan met het invoeren van het cijfer voor de
10 kHz tientallen. Het 10 kHz cijfer en de volgende cijfers worden
automatisch ingesteld op de dichtstbijzijnde waarde voor de
ingedrukte toets, zoals in de onderstaande tabel is aangegeven.
Frequentie
10 kHz toets
(kHz)
0
00
1
12,5
2
25
3
37,5
4
37,5
[0] ~ [9]
of
[Enter]
drukt, of als u
toets
[Enter]
Frequentie
10 kHz toets
(kHz)
5
50
6
62,5
7
75
8
87,5
9
87,5