ZENDEN
1
1 Als u klaar bent om te gaan zenden, houdt u de [PTT]
schakelaar van de microfoon ingedrukt en spreekt dan met
2
normale stem in de microfoon.
•
De aanduiding "ON AIR" en de RF vermogensmeter
3
verschijnen.
4
5
6
7
8
•
Als u de microfoon te dicht bij uw mond houdt, of als u te luid
spreekt, is het mogelijk dat het geluid vervormd wordt en het
9
signaal minder goed verstaanbaar is aan de ontvangstzijde.
•
De RF vermogensmeter toont het relatieve zendvermogen.
10
2 Laat de [PTT] schakelaar van de microfoon los als u klaar
11
bent met spreken.
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
N-18
MC-53DM
KIEZEN VAN HET ZENDVERMOGEN
■
Het is verstandig en bovendien bij de wet voorgeschreven,
om het laagste vermogen te kiezen dat nog een betrouwbare
communicatie mogelijk maakt. Hierdoor bespaart u stroom
zodat de accu langer meegaat. Door het beperkt houden van
het vermogen vermindert u bovendien het risico van
interferentie met anderen op dezelfde frequentie.
Druk op [LOW] om het gewenste zendvermogen te kiezen.
CALL
CALL
Bij herhaaldelijk indrukken van [LOW] verandert het
•
zendvermogen zoals hieronder aangegeven.
Hoog
(geen aanduiding)
LET OP:
ZEND NIET LANGDURIG MET HOOG UITGANGSVERMOGEN. DE
◆
ZENDONTVANGER KAN HIERDOOR OVERVERHIT RAKEN, MET
EEN DEFECT ALS GEVOLG.
BIJ LANGDURIG ZENDEN KAN DE RADIATOR OVERVERHIT
◆
RAKEN. RAAK DE RADIATOR IN EEN DERGELIJKE SITUATIE
NIET AAN.
Opmerking:
Als de zendontvanger oververhit raakt als gevolg van een
hoge omgevingstemperatuur of langdurig zenden, kan het
beveiligingscircuit in werking treden om het zendvermogen te verlagen.
VOL
SQL
Middelmatig
Laag
("M")
("L")