OPROEPEN VAN GEGEVENS UIT DE GEHEUGENKANALEN
1 Kies de gewenste band.
2 Druk op [MR] om de geheugen-oproepfunctie in te schakelen.
•
Het laatst gebruikte geheugenkanaal wordt ingesteld.
3 Draai aan de Afstemknop of druk op de [UP]/[DWN] toetsen
van de microfoon om het gewenste geheugenkanaal te
kiezen.
•
Naar rechts draaien of [UP] indrukken:
Voor een hoger kanaalnummer.
•
Naar links draaien of [DWN] indrukken:
Voor een lager kanaalnummer.
•
Lege geheugenkanalen kunnen niet worden opgeroepen.
•
Druk op [VFO] om over te schakelen op VFO
frequentiekeuze.
Opmerkingen:
U kunt de geheugenkanalen ook kiezen via het toetsenpaneel van de
◆
microfoon. Zie "INTOETSEN VAN EEN
GEHEUGENKANAALNUMMER" {blz. 75}.
Als een duplex geheugenkanaal wordt opgeroepen, verschijnt "
◆
het display. Druk op
om de zendfrequentie te zien.
[REV]
WISSEN VAN GEGEVENS UIT DE GEHEUGENKANALEN
1 Kies de gewenste band.
2 Druk op [MR] om de geheugen-oproepfunctie in te schakelen.
3 Draai aan de Afstemknop of druk op de [UP]/[DWN] toetsen
van de microfoon om het gewenste geheugenkanaal te
kiezen.
4 Schakel de zendontvanger uit.
5 Druk op [MHz]+[ ].
•
Er verschijnt een bevestigingsmelding.
6 Druk nogmaals op [MR].
•
De inhoud van het gekozen geheugenkanaal wordt gewist.
De inhoud van geheugenkanaal 1 kan niet gewist worden.
Opmerking:
" op
±
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
N-31