1
Voor de hierna beschreven DTMF functies heeft u de MC-53DM
2
of MC-45DM (los verkrijgbaar) microfoon nodig. Op het
toetsenpaneel van de microfoon bevinden zich de 12 normale
3
telefoontoetsen plus 4 extra toetsen (A, B, C, D). De extra toetsen
zijn voor de bediening van sommige repeatersystemen.
4
5
UITZENDEN VAN EEN DTMF OPROEP
6
1 Druk op de [PTT] schakelaar van de microfoon en houd deze
7
ingedrukt.
2 Druk de toetsen op het toetsenpaneel achter elkaar in voor
8
het uitzenden van de DTMF tonen.
9
•
De gekozen DTMF tonen worden uitgezonden.
•
Na het indrukken en loslaten van een toets blijft de
10
zendontvanger nog 2 seconden in de zend-stand staan. U
kunt de [PTT] schakelaar dus loslaten nadat u begonnen
11
bent met het indrukken van de toetsen.
12
Frequentie (Hz)
1209
13
697
14
770
15
852
16
941
17
18
19
20
21
N-58
DTMF (DUAL TONE MULTI-FREQUENCY) FUNCTIES
1477
1336
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
#
AUTOPATCH (V.S. EN CANADA)
■
Sommige repeteerzenders in de V.S. en Canada bieden een
service die Autopatch heet. Met Autopatch kunt u door het
uitzenden van DTMF tonen toegang krijgen tot het
telefoonnet. Er zijn sommige repeaters die het invoeren van
een speciale code vereisen voor het inschakelen van de
Autopatch functie. Raadpleeg voor nadere informatie de
operator van de repeater.
BEVESTIGINGSTONEN BIJ INDRUKKEN VAN DE
■
TOETSEN OP HET TOETSENPANEEL
Als de bevestigingstoonfunctie is ingeschakeld, hoort u bij het
indrukken van de toetsen op het microfoon-toetsenpaneel de
bijbehorende bevestigingstoon die aangeeft dat de toets juist
is ingedrukt.
1 Druk op [MNU] om de menufunctie in te schakelen.
2 Draai aan de Afstemknop of druk op de [UP]/[DWN]
toetsen van de microfoon om menu-nummer 16
1633
(Microphone) te kiezen.
A
3 Druk op [ s s s s s ] en kies subnummer 6 (DTMF Monitor).
B
C
D
2
4 Druk op [SET] om de functie beurtelings in en uit te
schakelen (oorspronkelijke instelling).
5 Druk op [MNU] om de menufunctie te verlaten.
CALL
CALL
VOL
SQL
1