VASTLEGGEN VAN GEGEVENS IN SIMPLEX KANALEN
1
1 Kies de gewenste band.
2 Kies de gewenste frequentie en de bijbehorende gegevens
2
(Toon, CTCSS, DTSS etc.) met behulp van de VFO functie,
de geheugen-oproepfunctie {blz. 31} of het "Call"
3
oproepkanaal {blz. 33}.
4
3 Druk op [F] .
•
Er verschijnt een geheugenkanaalnummer en een pijl.
5
De pijl geeft aan of het huidige geheugenkanaal wel ("s s s s s ") of
•
6
geen ("u u u u u ") gegevens bevat.
7
8
9
10
4 Kies het gewenste geheugenkanaal met de Afstemknop of
11
de [UP]/[DWN] toetsen van de microfoon.
12
5 Druk op [MR].
•
De gekozen frequentie en de bijbehorende gegevens worden
13
in het geheugenkanaal vastgelegd. De zendfrequentie van
een duplex geheugenkanaal of duplex "Call" oproepkanaal
14
wordt niet vastgelegd.
15
•
Als het gekozen geheugenkanaal reeds gegevens bevat,
worden deze overschreven door de nieuwe gegevens.
16
17
18
19
20
21
N-30
VASTLEGGEN VAN GEGEVENS IN DUPLEX KANALEN
1 Volg de aanwijzingen in stap 1 t/m 4 (stap 5 mag niet worden
uitgevoerd) links hiernaast om de gewenste
ontvangstfrequentie, de bijbehorende gegevens en het
geheugenkanaal te kiezen.
2 Druk op [MR] (1 s).
•
"±" verschijnt.
3 Kies de gewenste zendfrequentie.
4 Druk op [MR].
•
De gekozen zendfrequentie wordt in het geheugenkanaal
vastgelegd.
Opmerkingen:
Als u in stap 1 een verschuivingsrichting kiest, kunt u in stap 3 ook op
◆
de
toets drukken om de zendfrequentie te kiezen. De
[REV]
zendfrequentie wordt dan gekozen overeenkomstig de geldende
verschuivingswaarde en deze frequentie wordt in het geheugen
vastgelegd.
In stap 2 kunt u niet de
[MR]
◆
toets van de microfoon indien hieraan de geheugen-
[PF]
oproepfunctie is toegewezen.
De zendverschuiving-status en omwisselfunctie-status worden niet in
◆
het duplex geheugenkanaal vastgelegd.
toets van de microfoon gebruiken, of de