DUBBELBAND ONTVANGST
Er zijn drie configuraties mogelijk voor gelijktijdige ontvangst van
twee frequenties. Configuratie 1 is de oorspronkelijke instelling.
Configuratie
Ontvangst
1
VHF en UHF
2
VHF en VHF
3
UHF en UHF
1 Druk op de rechter [BAND SEL] toets om VHF/VHF
ontvangst te kiezen of op de linker [BAND SEL] toets om
UHF/UHF ontvangst te kiezen.
2 Druk op [F] , [CONT SEL] om de functie beurtelings in en uit
schakelen.
CALL
CALL
1
•
De bovenstaande weergave verschijnt op het display
wanneer u VHF/VHF ontvangst kiest.
•
U kunt beide banden gebruiken om te zenden, maar het is
niet mogelijk om beide banden gelijktijdig voor zenden te
gebruiken.
•
Tijdens het zenden op een band in de VHF/VHF of UHF/UHF
mode, is de ontvangsfunctie voor de andere band
uitgeschakeld.
Zenden
VHF of UHF
VHF
UHF
VOL
SQL
2
De prestaties van de zendontvanger, waaronder de
Opmerking:
spiegelonderdrukking en gevoeligheid, zijn misschien minder goed
wanneer de VHF/VHF of UHF/UHF mode wordt gebruikt. Als u op beide
banden dezelfde frequentie kiest, kan de indicatie van de S-meter
mogelijk worden beïnvloed. Ook kan de ontvangst-geluidssterkte lager
zijn afhankelijk van de stand van de
UITSCHAKELEN VAN DE FREQUENTIE-AANDUIDING VAN
EEN BAND
Als u niet van plan bent om een bepaalde band te gebruiken, kunt
u de frequentie-aanduiding van die band laten vervallen. Dit geeft
u een meer overzichtelijk display.
Druk op [F] , [BAND SEL] om de functie beurtelings in en uit te
schakelen.
•
Druk op de linker [BAND SEL] toets om de frequentie-
aanduiding van de VHF band te laten vervallen of op de rechter
[BAND SEL] toets om de frequentie-aanduiding van de UHF
band te laten vervallen.
CALL
CALL
1
De band waarvan u de frequentie-aanduiding heeft laten
Opmerking:
vervallen kunt u niet bedienen of gebruiken voor zenden of ontvangst.
regelaar.
VOL
VOL
SQL
2
2
N-63
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21