Zendband
Druk op de linker [BAND SEL] (VHF) of de rechter [BAND SEL]
(UHF) toets om de zendband te kiezen. De "PTT" aanduiding op
het display toont welke band (VHF of UHF) gekozen is als
zendband. U kunt de zendband gebruiken om signalen uit te
zenden of om instellingen te maken.
CALL
CALL
"Control" bedieningsband
Druk op de [CONT SEL] toets om de bedieningsband te kiezen.
De "Ctrl" aanduiding op het display toont welke band (VHF of UHF)
gekozen is als bedieningsband. Gebruik deze functie voor
bediening van de band die op het moment niet gebruikt wordt voor
zenden. Nadat u de bedieningsband gekozen heeft, kunt u de
zendband niet meer bedienen.
CALL
CALL
VOL
SQL
VOL
SQL
DISPLAY-AANDUIDING VAN DE TOETSFUNCTIES
Onderaan op het display staan de opschriften die de huidige
functies van de 4 voorpaneeltoetsen aangeven. Wanneer deze
toetsen in de bedieningsaanwijzingen worden vermeld, zijn ze
met schuin gedrukte letters aangegeven. Als na indrukken van [F]
of [F] (1 s) , nogmaals op [F] wordt gedrukt of 10 seconden wordt
gewacht, zal de basisinstelling worden hersteld.
Opschriften
s
basisinstelling
Opschriften na
s
indrukken van [F]
Opschriften na
s
indrukken van [F] (1 s)
Opmerkingen:
Bij het kiezen van de programma-geheugenfunctie verschijnen
◆
andere opschriften. Zie "Programma-geheugen (PM)" {blz. 8}.
U kunt ook andere combinaties van toets-opschriften instellen. Zie
◆
"WIJZIGEN VAN DE OPSCHRIFTEN VAN DE MULTIFUNCTIE
TOETSEN" {blz. 66}.
Na indrukken van
[F]
of
[F] (1 s)
◆
gewenste toets te worden gedrukt. Indien dit niet wordt gedaan, zal
de basisinstelling worden hersteld.
dient binnen 10 seconden op de
N-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21