HERVATTINGSMETHODEN VOOR DE SCANFUNCTIES
Alvorens de scanfuncties te gebruiken, met uitzondering van de
visuele scanfunctie, moet u besluiten onder welke voorwaarde de
zendontvanger het scannen dient te hervatten, nadat er gestopt is
voor een gevonden signaal. Hierbij kunt u kiezen uit de
tijdsbepaalde hervatting of de draaggolf-bepaalde hervatting. De
oorspronkelijke instelling is de tijdsbepaalde hervatting.
Tijdsbepaalde hervatting
•
Uw zendontvanger stopt met scannen wanneer er een signaal is
gevonden, wacht vervolgens op dat punt ongeveer 5 seconden
en zal dan het scannen hervatten, ook al is het signaal nog wel
aanwezig.
Draaggolf-bepaalde hervatting
•
Uw zendontvanger stopt met scannen wanneer er een signaal is
gevonden en zal dan bij die frequentie blijven wachten tot het
signaal wegvalt. Hierbij wordt een vertraging van 2 seconden
aangehouden voor het scannen hervat wordt, om de betreffende
zender even tijd te geven (weer) in de uitzending te komen.
Opmerkingen:
Door de
Afstemknop
naar rechts te draaien of op de
◆
de microfoon te drukken zodra het signaal waar het scannen bij
stopte weer wegvalt, zal het scannen onmiddellijk in opwaartse
richting worden hervat.
Door de
Afstemknop
naar links te draaien of op de
◆
de microfoon te drukken zodra het signaal waar het scannen bij
stopte weer wegvalt, zal het scannen onmiddellijk in neerwaartse
richting worden hervat.
KIEZEN VAN DE SCAN-HERVATTINGSMETHODE
■
1 Kies de gewenste band.
2 Druk op [MNU] om de menufunctie in te schakelen.
3 Kies menu-nummer 8 (Scan Resume).
4 Druk op [SET] om over te schakelen van tijdsbepaalde
hervatting op draaggolf-bepaalde hervatting en andersom.
5 Druk op [MNU] om de menufunctie te verlaten.
[UP]
toets van
[DWN]
toets van
CALL
CALL
VOL
SQL
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
N-43