VERVANGEN VAN ZEKERINGEN
■
Als een zekering doorslaat, dient de oorzaak daarvan te
worden opgespoord en het probleem te worden verholpen.
Pas daarna mag de zekering door een nieuwe worden
vervangen. Wanneer zekeringen herhaaldelijk doorslaan,
maak dan de voedingskabel los en neem contact op met uw
dealer of service-centrum.
Plaats van de zekering
Zendontvanger
Bijgeleverde
gelijkstroomvoedingskabel
GEBRUIK ENKEL ZEKERINGEN VAN HET
LET OP:
VOORGESCHREVEN TYPE EN AMPERAGE.
Als de zendontvanger gedurende langere tijd op een
Opmerking:
niet volledig opgeladen accu wordt gebruikt, of gebruikt wordt terwijl
de motor niet draait, kan de accu uitgeput raken waardoor de motor
niet meer gestart kan worden. Vermijd het gebruik van de
zendontvanger onder deze omstandigheden.
Amperage van de zekering
15 A
20 A
AANSLUITEN VAN DE ANTENNE
Alvorens het toestel te kunnen gebruiken, dient u een goed
afgestemde antenne met voldoende vermogen te installeren.
Het succes van uw zend- en ontvangstsysteem is grotendeels
afhankelijk van het type antenne en de wijze waarop deze is
aangebracht. De zendontvanger zal uitstekend werken als het
antennesysteem en de installatie daarvan de aandacht krijgt die
het verdient.
Om aan de ingangsimpedantie van de zendontvanger te voldoen,
dient u een antenne met een impedantie van 50 Ω te kiezen.
Gebruik een coaxiaalkabel met laag signaalverlies die eveneens
voldoet aan de 50 Ω impedantiestandaard. Bij aansluiting van de
antenne op de zendontvanger via voedingsleidingen met een
andere impedantie dan 50 Ω neemt de efficiëntie van het systeem
af en kan de ontvangst van TV-toestellen, radio's en de werking
van andere elektronische apparatuur worden verstoord.
LET OP:
BIJ ZENDEN ZONDER AANSLUITING VAN EEN ANTENNE OF
◆
OVEREENKOMSTIGE BELASTING, KAN DE ZENDONTVANGER
BESCHADIGD RAKEN. SLUIT ALTIJD EERST EEN ANTENNE AAN
ALVORENS MET ZENDEN TE BEGINNEN.
ALS DE ZENDONTVANGER ALS VAST STATION WORDT
◆
GEBRUIKT, DIENT ALTIJD EEN BLIKSEMAFLEIDER TE WORDEN
AANGESLOTEN OM GEVAAR VOOR BRAND OF EEN
ELEKTRISCHE SCHOK, OF BESCHADIGING AAN DE
ZENDONTVANGER, TE VOORKOMEN.
Antenne-aansluiting
Naar antenne
Stekker van antennekabel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
N-5