BENAMING VAN DE GEHEUGENKANALEN
1
U kunt de geheugenkanalen van een naam voorzien die bestaat
uit maximaal 7 alfanumerieke tekens. Wanneer u een
2
geheugenkanaal oproept waaraan u een naam heeft gegeven,
verschijnt de naam samen met de vastgelegde frequentie op het
3
display. De naam kan bijvoorbeeld een plaatsnaam zijn, de naam
van een persoon, repeater, zendercode, etc.
4
5
Opmerkingen:
Deze functie is niet beschikbaar wanneer de 140:140
◆
6
geheugenkanaal-verhouding is ingesteld.
U kunt niet het "Call" oproepkanaal, of de L1 t/m L3 of U1 t/m U3
◆
7
kanalen van een naam voorzien.
1 Roep het gewenste geheugenkanaal op.
8
2 Druk op [MNU] om de menufunctie in te schakelen.
9
3 Kies menu-nummer 4 (Memory).
10
CALL
CALL
11
12
2
13
4 Druk op [ s s s s s ] en kies vervolgens subnummer 3
14
(Memory Name).
15
CALL
CALL
16
17
18
2
19
20
21
N-32
VOL
SQL
VOL
SQL
1
5 Druk op [SET] .
•
Het eerste vakje knippert.
CALL
CALL
6 Draai aan de Afstemknop of druk op de [UP]/[DWN] toetsen
van de microfoon om het eerste teken te kiezen.
•
Druk op [MHz] om de tekens in blokken van 4 tekens te
doorlopen. Druk nogmaals op [MHz] om deze functie weer uit
te schakelen.
7 Druk op [ s s s s s ] .
•
Het tweede vakje knippert.
8 Herhaal stap 6 en 7 om in totaal 7 tekens in te voeren.
Als u na het invoeren van het 7de teken op [ s s s s s ] drukt, hoort u
•
een pieptoon die u erop attent maakt dat er geen tekens
meer ingevoerd kunnen worden.
Druk op [ t t t t t ] om het voorgaande teken opnieuw in te voeren.
•
Druk op [VFO] om alle tekens te wissen en opnieuw te
•
beginnen bij het eerste teken.
9 Druk op [SET] om de procedure af te sluiten.
10 Druk op [MNU] om de menufunctie te verlaten.
Opmerkingen:
Er kan alleen een naam worden toegewezen aan de
◆
geheugenkanalen waarin frequenties en bijbehorende gegevens zijn
vastgelegd.
De vastgelegde namen kunnen overschreven worden door de
◆
stappen 1 t/m 10 opnieuw uit te voeren.
De vastgelegde namen worden gewist wanneer de geheugenkanalen
◆
gewist worden.
VOL
SQL
1