C Creative Auto-opnamen
In de modus <C> kunt u de volgende functies instellen voor het
maken van opnamen: (1) Sfeeropnamen, (2) Achtergrond wazig, (3)
Transportmodus en (4) Flitsen met ingebouwde flitser. De
standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>.
* CA staat voor Creative Auto.
84
Stel het programmakeuzewiel in
1
op <C>.
Druk op de knop <Q>
2
Het scherm Quick control wordt
weergegeven.
Stel de gewenste functie in.
3
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> of <Y> en <Z> om een functie
te selecteren.
De instellingen van de geselecteerde
functie en Uitleg (pag. 75) worden
weergegeven.
Zie pagina 85-87 voor de
instellingsprocedure en meer
informatie over de diverse functies.
Maak de opname.
4
Druk de ontspanknop helemaal in om
een opname te maken.
(
).
7