Een lens bevestigen en verwijderen
In- en uitzoomen
De lens verwijderen
Kijk niet rechtstreeks naar de zon door een lens. Dit kan het
gezichtsvermogen beschadigen.
Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2> wanneer u een
lens bevestigt of verwijdert.
Als het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het
automatisch scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan niet aan.
Beeldhoek
Omdat de grootte van de beeldsensor
kleiner is dan het 35mm-movieformaat,
is de effectieve beeldhoek van een
bevestigde lens gelijk aan die van een
lens met circa 1,6 x de aangegeven
brandpuntsafstand.
48
Draai de zoomring op de lens met
uw vingers.
Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan
voordat u scherpstelt. Wanneer u na het
scherpstellen aan de zoomring draait,
kan de scherpstelling verloren gaan.
Druk op de lensontgrendelingsknop
en draai de lens in de richting van
de pijl.
Draai de lens totdat dit niet meer
verder kan en koppel de lens los.
Bevestig de achterste lensdop op de
losgekoppelde lens.
Grootte beeldsensor
(ongeveer)
(22,3 x 14,9 mm)
35mm-filmformaat
(36 x 24 mm)