De ingebouwde flitser werkt niet.
Als u de ingebouwde flitser te vaak gebruikt in een te korte tijd kan de
flitser stoppen met flitsen om de lichtbron te beschermen.
De externe flitser flitst niet.
Als u voor Live View-opnamen een flitser gebruikt van een ander merk
dan Canon, stelt u [z6: Stille LV-opname] in op [Uitschakelen]
(pag. 272).
De externe flitser werkt altijd op vol vermogen.
Als u een andere flitser gebruikt dan een Speedlite uit de EX-serie,
werkt de flitser altijd op vol vermogen (pag. 234).
Wanneer de persoonlijke voorkeuze van de externe Speedlite [Flits
meetmethode] is ingesteld op [TTL] (automatische flits), werkt de
flitser altijd op vol vermogen (pag. 243).
Voor de externe Speedlite kan geen flitsbelichtingscorrectie
worden ingesteld.
Als flitsbelichtingscorrectie is ingesteld op de externe Speedlite, kan
flitsbelichtingscorrectie niet meer worden ingesteld op de camera.
Wanneer de flitsbelichtingscorrectie van de externe Speedlite wordt
geannuleerd (ingesteld op 0), kan de flitsbelichtingscorrectie van de
camera weer worden ingesteld.
Snelle synchronisatie kan niet worden ingesteld in de modus
<f>.
Stel onder [z1: Flitsbesturing] de optie [Flitssync.snelheid
AV-modus] in op [Automatisch] (pag. 236)
Problemen oplossen
487