Opname met sfeerselectie
Sfeerinstellingen
1Standaardinstelling
Standaardopnamekenmerken voor de respectieve opnamemodus.
Let op: <2> heeft opnamekenmerken die voor portretfoto's zijn
geoptimaliseerd en <3> is geoptimaliseerd voor landschapsfoto's.
Elke sfeer is een aanpassing van de opnamekenmerken van de
respectieve opnamemodus.
2 Levendig
Het onderwerp wordt scherp en levendig weergegeven. Met deze
sfeerinstelling ziet de foto er indrukwekkender uit dan met de
instelling [1 Standaard].
3 Soft
Het onderwerp wordt zachter en subtieler weergegeven. Goed voor
portretten, huisdieren, bloemen, enzovoort.
4 Warm
Het onderwerp wordt zachter en met warmere kleuren
weergegeven. Goed voor portretten, huisdieren en andere
onderwerpen die u een warme uitstraling wilt geven.
5 Intens
De algehele helderheid wordt iets verminderd, terwijl het onderwerp
wordt benadrukt voor een intensere sfeer. Mensen of levende
onderwerpen vallen hierdoor meer op.
6 Koel
De algehele helderheid wordt iets verminderd waarbij koelere
kleurtinten worden toegepast. Een onderwerp in de schaduw komt
hierdoor kalmer en imposanter over.
110