De aspect ratio van de opname wijzigenN
3
U kunt de aspect ratio van de opname wijzigen. [3:2] is standaard
ingesteld. Als [4:3], [16:9] of [1:1] is ingesteld, worden lijnen in de
zoeker weergegeven om het opnamegebied aan te duiden. Tijdens het
maken van Live View-opnamen wordt het beeld omgeven door een
zwart masker op het LCD-scherm.
JPEG-opnamen
De opnamen worden samen met de ingestelde aspect ratio
opgeslagen.
RAW-opnamen
De opnamen worden altijd met de aspect ratio [3:2] opgeslagen. De
geselecteerde aspect ratio wordt als informatie aan het RAW-bestand
toegevoegd. Wanneer u het RAW-bestand met Digital Photo
Professional (EOS-software) verwerkt, kunt u hierdoor een beeld
genereren met de aspect ratio die tijdens de opname was ingesteld. Bij
aspect ratio [4:3], [16:9] en [1:1] worden de lijnen die de aspect ratio
aanduiden tijdens de opnameweergave weergegeven, maar deze
worden niet daadwerkelijk op het vastgelegde beeld getekend.
De [z4: Aspect ratio]-instelling werkt niet bij meervoudige belichting.
146
Selecteer de aspect ratio.
1
Selecteer op het tabblad [z4] de optie
[Aspect ratio] en druk vervolgens op
<0>.
Stel de aspect ratio in.
2
Selecteer een aspect ratio en druk op
<0>.